Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Warmtepomp openen
Gevaar
Het aanraken van onder spanning staande
onderdelen kan door elektrische stroom tot ern-
stige verwondingen leiden. Enkele componenten
op de printplaten staan na het uitschakelen van
de netspanning nog onder spanning.
Aansluitruimtes niet aanraken (zie hoofd-
■
stuk "Overzicht van de aansluitingen: Binnen-
unit" en "Overzicht van de aansluitingen: Bui-
tenunit").
■
Bij werkzaamheden aan de apparaten (bin-
nen-/buitenunit) de installatie deze spannings-
vrij schakelen, bijvoorbeeld op een afzonder-
lijke zekering of een hoofdschakelaar. Op
spanningsvrijheid controleren. Tegen opnieuw
inschakelen beveiligen.
■
Vóór het begin van de werkzaamheden mini-
maal 4 minuten wachten tot de spanning is
afgebouwd.
Gevaar
Een ontbrekende aarding van componenten van
de installatie kan bij een elektrisch defect tot
ernstig letsel door elektrische stroom en bescha-
diging van onderdelen leiden.
Alle aardleidingsverbindingen steeds herstellen.
Toestel en leidingen moeten met de equipotenti-
aalverbinding van het huis verbonden zijn.
!
Opgelet
Inbedrijfstelling direct na de opstelling kan
schade aan het toestel veroorzaken.
Tussen plaatsing en inbedrijfstelling van het toe-
stel moeten minstens 30 minuten liggen.
Protocollen opstellen
De meetwaarden bij de eerste inbedrijfstelling in de
protocollen vanaf pagina 130 en in het bedrijfshand-
boek (indien aanwezig) noteren.
Koudemiddelleidingen en binnenunit spoelen
Koudemiddelleidingen en binnenunit met stikstof spoe-
len.
Dichtheid van de koudemiddelleidingen controleren
Lekkagetest en drukcontrole met gedroogd stikstof bij
minimaal 20 bara/2,0 MPa (max. 43 bara/4,3 MPa) uit-
voeren.
62
!
Opgelet
Bij werkzaamheden aan het koudecircuit kan
koudemiddel lekken.
Werkzaamheden aan het koudecircuit mogen
alleen door gecertificeerd personeel worden uit-
gevoerd (volgens verordeningen EG 842/2006
en 303/2008).
Opmerking
Als verbindingen in het koelcircuit worden verbroken,
raden we aan door de installateur een filterdroger te
laten inbouwen.
De door de installateur in te bouwen filterdroger
■
moet aan beide zijden doorstroomd kunnen worden
(bi-flow).
■
We raden de inbouw in de vloeistofleiding aan buiten
de binnenunit en binnen het gebouw.
1. Voorplaat demonteren: Zie pagina 22.
2. Na de werkzaamheden warmtepomp sluiten: Zie
pagina 59.
Voor de inbedrijfstelling van het toestel zie ook
de bedieningshandleiding "Vitotronic 200".
De binnenunit is gevuld met stikstof, overdruk 1 tot
2 bar (0,1 tot 0,2 MPa).