Koudemiddelleidingen aansluiten
Geluids- en trillingsontkoppeling bij kabeldoorvoer boven aardniveau
Afb. 22
Leidingbochten om trillingen op te vangen
A
B
Buisklemmen met EPDM-voering
Kabeldoorvoering, bijvoorbeeld KG-buis met
C
warmte-isolatie
BUS-verbindingskabel binnen-/buitenunit en net-
D
aansluitkabel buitenunit
Bij de montage het volgende in acht nemen:
■
Wanddoorvoering:
–
Geen wanddoorvoering aan dragende delen,
bovendorpels, dichtheidselementen (bijv. dam-
premmingen) enz.
Geen contactgeluidbruggen, d.w.z. contact tussen
–
metaal (koudemidelleiding) en bouwconstructie
vermijden.
■
Plaatsen van de leidingen:
–
Elektrische kabels en koudemiddelleidingen
gescheiden van elkaar leggen.
Koudemiddelleidingen met buisbocht plaatsen.
–
Deze maatregel reduceert de trillingsoverdracht via
de buiswanden.
–
Direct achter de buisbocht buisklemmen met zacht
elastisch inlegdeel (EPDM) monteren.
(vervolg)
■
Bevestiging van de leidingen:
–
Leidingen alleen met buisklemmen met zacht elas-
tisch isolerend inlegdeel (EPDM) bevestigen.
–
Buisklemmen alleen aan componenten met draag-
kracht
≥
De leidingen niet aan scheidingswanden of pla-
–
fonds bij ruimtes die een gering geluidsniveau ver-
eisen, monteren (bijv. slaapkamer).
■
Alle leidingen isoleren.
Montageverloop
250 kg/m
2
monteren.
A
B
C
D
25