5. Afdrukken
2.
Druk op het [Afdruktaken]-tabblad.
3.
Druk op [Uitgest. afdr.tk].
4.
Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken.
U kunt alle uitgestelde afdrukbestanden in één keer selecteren door na selectie van één bestand op
[Select. alle tk. ] te drukken.
5.
Druk op [Afdrukken].
6.
Om afdrukinstellingen van het document te wijzigen, drukt u op [Gedetaill. instell.].
7.
Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen en druk daarna op [Afdrukken].
110