Afbeelding 67
1.
Maaihoogte met hoog bereik
2.
Plaatsing in de instelling voor maximale maaihoogte
2.
Leg een vlakke triplexplaat van 4 X 8 met een dikte van
minstens 20 mm op een horizontaal vlak en laat het
maaidek daarop neer.
Afbeelding 68
1.
Maaihoogte met hoog bereik
2.
Verplaats naar de onderkant van de castorarm
3.
Castorarm
3.
Draai het mes zodat de uiteinden in de lengterichting
liggen. Meet de afstand van de triplexplaat tot de voorste
rand van het snijmes en noteer de afstand. Draai
hetzelfde mes zodat het tegenovergestelde uiteinde naar
de voorkant is gericht, en meet opnieuw. Het verschil
tussen de twee gemeten afstanden mag niet meer dan
3 mm zijn. Als het verschil meer dan 3 mm bedraagt, is
het mes verbogen. Vervang dit. Meet alle bladen volgens
dezelfde procedure.
4.
Draai het mes zodat de uiteinden in de lengterichting
liggen. Meet de afstand van de triplexplaat tot de voorste
rand van het snijmes en noteer de afstand. Meet alle
messen op deze wijze en vergelijk de gemeten afstanden.
Het maximale verschil tussen twee naast elkaar gelegen
bladen mag niet meer dan 6 mm zijn. Het maximale
verschil tussen de hoogste en de laagste gemeten afstand
van een mes mag niet meer dan 10 mm zijn. Als de
gemeten afstanden afwijken van de aanbevolen
standaarden, moet u opvulstukken plaatsen tussen het
maaidek en het spilhuis; ga verder met stap 6. Als de
gemeten afstanden beantwoorden aan de standaarden,
gaat u verder met stap 5.
5.
Draai de messen in een zodanige positie dat de voorste
randen in een lijn liggen. De afstand tussen de voorste
randen van naast elkaar gelegen messen mag niet meer
dan 3 mm zijn. Als de afstand meer dan 3 mm is, moet u
opvulstukken plaatsen tussen het spilhuis en de
onderkant van het maaidek; ga verder met stap 6.
6.
Verwijder de contramoeren waarmee het spilhuis is
bevestigd aan het maaidek op de plek waar de opvul-
stukken moeten worden geplaatst. Om een mes lager te
zetten, moet u een opvulstuk (stuknummer 3256-24),
plaatsen op elke montagebout tussen het spilhuis en het
maaidek. Herhaal stap 5. Ga hiermee door totdat de
mesranden binnen de vereiste afstanden zijn.
BELANGRIJK: Plaats niet meer dan drie
opvulstukken per opening. Als u meer dan één
opvulstuk plaatst op een opening, moet u een lager
aantal opvulstukken plaatsen op naastgelegene
openingen.
AFSTELLING ZIJSTABILISATOREN
Als het frontmaaidek tijdens het transport overmatig stuitert,
moeten de zijstabilisatoren worden afgesteld.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak, schakel de
parkeerrem in, laat het frontmaaidek helemaal neer op de
grond en zet de motor AF.
2.
Draai de tapbouten los waarmee de beugels van de
zijstabilisatoren zijn bevestigd aan het maaidek en
beweeg de beugels naar buiten.
Afbeelding 69
1.
Beugels van de zijstabilisatoren
Onderhoud
45