Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geluidsemissies; Montage; Algemeen; Aansluiting Aan Verwarmings- En Warmwaterzijde - Dimplex SI 130TUR+ Montage- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

SI 130TUR+
In de plaatsingsruimte mogen in geen enkel seizoen vorst of
hogere temperaturen dan 25°C voorkomen.

6.2 Geluidsemissies

Dankzij de doeltreffende geluidsisolatie werkt de warmtepomp
zeer stil. Een trillingsoverdracht naar het fundament resp. het
verwarmingssysteem
wordt
ontkoppelingsmaatregelen in hoge mate voorkomen.
7

Montage

7.1 Algemeen

Aan de warmtepomp kunnen de volgende aansluitingen tot stand
gebracht worden::
Vertrek/terugloop glycolwaterinstallatie
Vertrek/terugloop additionele warmtewisselaar
Vertrek/terugloop verwarming
Stroomvoorziening
Temperatuurvoeler
7.2 Aansluiting aan verwarmings-
en warmwaterzijde
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
Voordat de warmtepomp aan de kant van het verwarmingswater
aangesloten
wordt,
moet
doorgespoeld
worden,
om
isolatiemateriaal etc. te verwijderen. Wanneer de condensor
door resten en vervuiling verstopt raakt, kan dit tot uitval van de
warmtepomp leiden.
OPGELET!
Er wordt aangeraden om de waterzijde met de optioneel verkrijgbare
debietschakelaar uit te rusten.
NL-6
door
interne
de
verwarmingsinstallatie
mogelijk
vuil,
resten
van
452234.66.36 · FD 9205
Na
installatie
van
de
verwarmingsinstallatie te worden gevuld, te worden ontlucht en
onderdrukt te worden
Bij het vullen van de installatie moet op het volgende worden
gelet:
onbehandeld
vul-
drinkwaterkwaliteit hebben
(kleurloos, helder, zonder afzettingen)
het
vul-
en
suppletiewater
(poriënwijdte max. 5µm)
Kalksteenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties kan niet
volledig worden voorkomen, maar is bij installaties met
vertrektemperaturen onder 60°C verwaarloosbaar gering.
Bij warmtepompen voor gemiddelde en voor hoge temperatuur
kunnen ook temperaturen boven 60°C worden bereikt.
Daarom moeten voor het vul- en suppletiewater volgens VDI
2035 blad 1 de volgende richtcijfers aangehouden worden:
Totaal aardalkaliën
Totaal verwarmings-
in mol/m³ resp.
vermogen in [kW]
mmol/l
tot 200
200 tot 600
> 600
< 0,02
Er
wordt
aangeraden
om
vierwegomschakelventiel
te
beschrijving van de inbouw is in de bij het ventiel geleverde
instructie terug te vinden.
Opmerking:
Bij
gebruik
van
de
vierwegomschakelventiel is het absoluut vereist om de
hydraulische aansluitingen volgens de bij het ventiel geleverde
instructie tot stand te brengen. De instructie beschrijft de
preciezere werkwijze bij de opbouw van de correcte hydraulica.
Niet-naleving leidt tot beperkingen in het warmtepompbedrijf.
Belangrijk:
De
aanwijzingen/instellingen
warmtepompmanager moeten absoluut in acht genomen worden
en
uitgevoerd
worden;
functiestoringen.
Minimaal debiet verwarmingswater
Het minimale debiet verwarmingswater van de warmtepomp
dient in elke bedrijfstoestand van de verwarmingsinstallatie
gegarandeerd te zijn. Deze kan b.v. door installatie van een
dubbele differentiedrukloze verdeler worden bereikt.
OPMERKING
Het
gebruik
van
een
overstroomventiel
oppervlakteverwarmingen en een max. verwarmingswaterdebiet van 1,3
m³/h aan te bevelen. Bij niet in acht nemen kunnen er storingen in de
installatie ontstaan.
Vorstbeveiliging bij kans op vorst
Indien
de
warmtepompmanager
verwarmingscirculatiepompen
vorstbeveiliging
van
de
buitenbedrijfstelling van de warmtepomp of bij stroomuitval moet
de installatie worden geleegd. Bij warmtepompsystemen waarbij
stroomuitval niet herkend kan worden (vakantiehuis), moet de
verwarmingskring met een geschikte vorstbeveiliging worden
gebruikt.
verwarmingskant
dient
en
suppletiewater
moet
moet
zijn
voorgefilterd
Totale
hardheid in °dH
2,0
11,2
1,5
8,4
< 0,11
het
optioneel
verkrijgbare
gebruiken.
Een
precieze
warmtepomp
met
het
in
de
instructie
van
bij
niet-naleving
ontstaan
is
alleen
en
bedrijfsklaar
zijn,
werkt
warmtepompmanager.
www.dimplex.de
de
de
bij
de
de
Bij

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave