SI 130TUR+
In
beide
gevallen
moet
ruimtetemperatuur zijn. Het is raadzaam de warmtewisselaar
tegen de normale doorstroomrichting in uit te spoelen.
Om te voorkomen, dat zuurhoudend reinigingsmiddel in de
kringloop van de verwarmingsinstallatie terechtkomt, raden wij
aan, het spoelapparaat direct op vertrek en terugloop van de
condensor van de warmtepomp aan te sluiten.
Daarna moet er met geschikte, neutraliserende middelen
nogmaals grondig gespoeld worden, zodat beschadigingen door
eventueel in het systeem achtergebleven resten van een
reinigingsmiddel worden voorkomen.
De
zuren
moeten
voorzichtig
desbetreffende voorschriften moeten in acht genomen worden.
In geval van twijfel moet met de fabrikant van het
reinigingsmiddel worden overlegd!
9.3 Reiniging aan de kant van de
warmtebron
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet de bijgevoegde
vuilzeef worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
Een dag na de inbedrijfstelling moet de filterzeef van de vuilzeef
gereinigd worden. Verdere controles moeten afhankelijk van de
mate van vervuiling worden bepaald. Is er geen vervuiling meer
zichtbaar, dan kan de
zeef van de vuilzeef worden
gedemonteerd, om het drukverlies te reduceren.
9.4 Onderhoud
Conform de verordening (EG) nr. 842/2006 moeten alle
koelkringen die een koelmiddelhoeveelheid van minstens 3 kg,
bij "hermetisch gesloten" koelkringen van minstens 6 kg
bevatten, een keer per jaar door de gebruiker op dichtheid
gecontroleerd worden.
De dichtheidscontrole moet gedocumenteerd en minstens 5 jaar
bewaard worden. De controle moet conform de verordening (EG)
nr. 1516/2007 door gecertificeerd personeel uitgevoerd worden.
Voor de documentatie kan de tabel in de bijlage gebruikt worden.
OPMERKING
De landspecifieke wetten kunnen eventueel van de verordening (EG) 842/
2006
afwijken.
De
betreffende
dichtheidscontrole van warmtepompen moeten in acht genomen worden.
NL-10
de
reinigingsvloeistof
op
worden
gebruikt
en
de
nationale
wetten
voor
de
452234.66.36 · FD 9205
10 Storingen /
storingsdiagnose
Deze warmtepomp is een kwaliteitsproduct dat storingsvrij dient
te werken. Als er toch een storing optreedt, wordt dit op het
display van de warmtepompmanager weergegeven. Zie hiertoe
de pagina Storingen en Storingsdiagnose in de montage- en
gebruiksaanwijzing van de warmtepompmanager.
Wanneer u de storing niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
de bevoegde klantendienst.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige klantendienst uitgevoerd worden.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
11 Buitenbedrijfstelling/
verwijdering van
afvalstoffen
Alvorens de warmtepomp te demonteren, dient de machine
spanningsvrij en alle kleppen afgesloten te zijn. De warmtepomp
moet door vakpersoneel worden uitgebouwd. Milieurelevante
eisen m.b.t. terugwinning, recyclage en verwijdering van
afvalstoffen en componenten volgens de gebruikelijke normen
dienen te worden nageleefd. Dit geldt in het bijzonder voor het
vakkundig verwijderen van het koelmiddel en de koelolie.
www.dimplex.de