2
Gebruiksdoeleinde van
de warmtepomp
2.1 Toepassingsgebied
De grond/water-warmtepomp is uitsluitend ontworpen voor het
verwarmen en koelen van verwarmingswater. Deze kan in
aanwezige of nieuw te plaatsen verwarmingsinstallaties gebruikt
worden. Als warmtedrager in de warmtebronsysteem wordt
glycolwater gebruikt. Als warmtebron kunnen aardsonden,
aardcollectoren of soortgelijke installaties worden gebruikt.
In de plaatsingsruimte mogen in geen enkel seizoen vorst of
hogere temperaturen dan 35°C voorkomen.
2.2 Werkwijze
Verwarmen
De bodem slaat de warmte van de zon, de wind en de regen op.
Deze aardwarmte wordt in de aardcollector, de aardsonde e.d.
door het glycolwater bij een lage temperatuur opgenomen.
Een
circulatiepomp
transporteert
glycolwater naar de verdamper van de warmtepomp. Daar wordt
deze warmte aan het koelmiddel in de koelkringloop afgestaan.
Daarbij koelt het glycolwater weer af, zodat dit in het
glycolwatercircuit weer warmte-energie kan opnemen.
Het
koelmiddel
wordt
door
compressor aangezogen, gecomprimeerd en naar een hoger
temperatuurniveau "gepompt". De bij dit proces toegevoerde
elektrische energie gaat niet verloren, maar wordt grotendeels
aan het koelmiddel afgestaan.
Vervolgens komt het koelmiddel in de condensor en draagt hier
wederom zijn warmte-energie aan het verwarmingswater af.
Afhankelijk
van
het
bedrijfspunt
verwarmingswater zo tot 58°C verwarmd worden.
Koelen
In de bedrijfsmodus koelen wordt de werkwijze van verdamper
en condensor omgekeerd.
Het verwarmingswater geeft via de nu als verdamper werkende
condensor de warmte aan het koelmiddel af. Met de compressor
wordt het koelmiddel op een hoger temperatuurniveau gebracht.
Via de condensor (in de verwarmingsmodus verdamper) raakt de
warmte in het glycolwater en hierdoor in de bodem.
2.3 Functiebeschrijving
geïntegreerde
warmtehoeveelheidsmeter
De vermogensgegevens van de compressorfabrikant bij
verschillende druksituaties zijn in de warmtepompsoftware
opgenomen. Voor het bepalen van de actuele druksituatie zijn in
de
koelkring
van
de
warmtepomp
druksensoren voor en na de compressor ingebouwd. Uit de in de
software opgeslagen compressorgegevens en de actuele
druksituatie kan het actuele verwarmingsvermogen bepaald
worden. De integraal van het verwarmingsvermogen gedurende
de looptijd resulteert in de door de warmtepomp afgegeven
warmtehoeveelheid die op het display van de manager
afzonderlijk voor verwarmen, warmwater- en zwembadbereiding
weergegeven wordt.
www.dimplex.de
dan
het
"verwarmde"
de
elektrisch
aangedreven
kan
het
verhitte
twee
bijkomende
452234.66.36 · FD 9205
3
Leveromvang
3.1 Basisapparaat
Het basisapparaat bestaat uit een aansluitklare warmtepomp
voor
installatie
binnen
met
schakelkastje en geïntegreerde warmtepompmanager. De
koelkringloop is "hermetisch gesloten" en bevat het in het Kyoto-
protocol aangegeven gefluorideerde koelmiddel R410A met een
GWP-waarde van 1975. Het is CFK-vrij, breekt geen ozon af en
is niet brandbaar.
In de schakelkast zijn alle voor de werking van de warmtepomp
noodzakelijke componenten aangebracht. Een voeler voor de
buitentemperatuur met bevestigingsmateriaal en een vuilzeef
worden met de warmtepomp bijgeleverd. De spanningstoevoer
voor de ballast- en stuurstroom moet ter plaatse worden
aangelegd.
De besturing van de door de klant te plaatsen glycolwaterpomp
moet via de schakelkast gerealiseerd worden. Indien vereist,
moet deze van een motorbeveiliging worden voorzien.
De warmtebron incl. glycolwaterverdeler moet door de klant
worden aangebracht.
1)
Besturing
2)
Verdamper
3)
Condensor
4)
Compressor
5)
Transportbeveiliging
6)
Condensor warm water
SI 130TUR+
een
plaatstalen
behuizing,
NL-3