SI 130TUR+
1
Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige klantendienst uitgevoerd worden.
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de
wettelijke eisen van het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp
wordt gebruikt. Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door
overeenkomstig
opgeleid
personeel
vastgelegd.
OPGELET!
De warmtepomp mag max. 45° worden gekanteld (in iedere richting).
OPGELET!
Voor de inbedrijfstelling moet de transportbeveiliging verwijderd worden.
OPGELET!
Spoel de verwarmingsinstallatie voordat de warmtepomp aangesloten
wordt.
OPGELET!
Er wordt aangeraden om de waterzijde met de optioneel verkrijgbare
debietschakelaar uit te rusten.
OPGELET!
In de warmtebroningang van de warmtepomp moet de bijgevoegde
vuilzeef worden gemonteerd om de verdamper tegen verontreiniging te
beschermen.
OPGELET!
Er wordt aangeraden om de waterzijde met de optioneel verkrijgbare
debietschakelaar uit te rusten.
OPGELET!
Het glycolwater moet ten minste voor 25% uit een vorstbeveiliging op
mono-ethyleenglycol- of propyleenglycolbasis bestaan en moet voor het
vullen worden gemengd.
OPGELET!
Bij aansluiting van de voedingskabels op een rechts draaiveld letten (bij
een verkeerd draaiveld levert de warmtepomp geen vermogen en is de
pomp erg luid).
OPGELET!
De inbedrijfstelling gebeurt conform de montage- en gebruiksaanwijzing
van de warmtepompmanager.
OPGELET!
Voordat het apparaat geopend wordt, moeten alle stroomkringen
spanningsvrij worden geschakeld.
1.2 Doelmatig gebruik
Dit apparaat is uitsluitend voor het door de fabrikant beoogde
gebruiksdoeleinde vrijgegeven. Elk ander of verderreikend
gebruik wordt als oneigenlijk gebruik beschouwd. Hiertoe wordt
ook
de
inachtneming
NL-2
worden
gecontroleerd
en
van
de
desbetreffende
452234.66.36 · FD 9205
productdocumentatie gerekend. Het is niet toegestaan het
apparaat te veranderen of om te bouwen.
1.3 Wettelijke voorschriften en
richtlijnen
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2k) van de EG-
richtlijn 2006/42/EC (richtlijn voor machines) voor huiselijk
gebruik bestemd en valt daarmee onder de eisen van de EG-
richtlijn 2006/95/EC (laagspanningsrichtlijn). De pomp is
daarmee ook bestemd voor gebruik door leken voor het
verwarmen van winkels, kantoren en andere soortgelijke
werkomgevingen,
evenals
landbouwbedrijven, hotels, pensions en dergelijke of voor het
verwarmen van andere wooninrichtingen.
De warmtepomp voldoet aan alle relevante DIN-/VDE-
voorschriften en EG-richtlijnen. Deze vindt u in de CE-verklaring
in de bijlage.
De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet volgens de
geldige VDE-, EN- en IEC-normen en volgens het Algemeen
Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.) worden
uitgevoerd. Bovendien moeten de aansluitingsvoorwaarden van
de energiebedrijven in acht worden genomen.
De
warmtepomp
moet
overeenkomstig
voorschriften in de warmtebron- en verwarmingsinstallatie resp.
koelinstallatie geïntegreerd worden.
Personen, in het bijzonder kinderen, die wegens hun fysieke,
zintuiglijke of mentale vaardigheden of wegens hun gebrek aan
kennis of ervaring niet in staat zijn het toestel op een veilige
manier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of
instructies van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet
met het toestel spelen.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige klantendienst uitgevoerd worden.
OPGELET!
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de
wettelijke eisen van het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp
wordt gebruikt. Afhankelijk van de koelmiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door
overeenkomstig
opgeleid
personeel
vastgelegd.
Mee informatie hierover vindt u in het hoofdstuk Onderhoud/
reiniging.
1.4 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de
ontlasting van ons milieu. Voor een efficiënte werking is een
zorgvuldige dimensionering van de verwarmingsinstallatie resp.
koelinstallatie en de warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet in
de verwarmingsmodus de aandacht met name op een zo laag
mogelijke watervertrektemperatuur worden gericht. Daarom
dienen alle aangesloten energieverbruikers voor een lage
vertrektemperatuur
geschikt
verwarmingswatertemperatuur
energieverbruik met ca. 2,5 %. Een lagetemperatuurverwarming
met vertrektemperaturen tussen 30 °C en 50 °C is voor een
energiebesparende werking prima geschikt.
voor
het
verwarmen
van
de
betreffende
worden
gecontroleerd
en
te
zijn.
Een
1 K
hogere
verhoogt
het
elektrische
www.dimplex.de