Veiligheids- en
instructiestickers
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en
bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen
stickers.
1. Geleiding van drijfriem
1. Waarschuwing—Lees de Gebruikershandleiding en zorg
ervoor dat u instructie in het gebruik krijgt.
2. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/worden
afgesneden – Vervoer geen passagiers, houd omstanders op
een veilige afstand van de machine.
3. Waarschuwing – Gebruik geen drugs of alcohol.
4. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming.
5. Machine kan kantelen op steile hellingen – Gebruik de
machine niet in de buurt van steile waterkanten: blijf op
een veilige afstand van steile hellingen; verminder uw vaart
voordat u een bocht ingaat; maak geen bocht als u met hoge
snelheid rijdt; doe de veiligheidsgordel om als de rolbeugel
omhoog is geklapt, maar doe de veiligheidsgordel niet om als
de rolbeugel omlaag is geklapt.
6. De motor starten: verwijder vuil van de drijfriem van het
maaidek, schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
neutraalstand, stel de parkeerrem in werking, draai het
contactsleuteltje op Lopen, wacht totdat het indicatielampje
van de gloeibougies dooft en draai het contactsleuteltje op
Start.
7. Lees de Gebruikershandleiding.
112-1461
1. De machine kan voorwerpen uitwerpen—Houd omstanders
op een veilige afstand van de machine.
2. Maaimachine kan voorwerpen uitwerpen - Gebruik de
machine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of
verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider op zijn plaats
zit.
3. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd,
maaimes — Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen.
110-9772
8. Waarschuwing – Stel de parkeerrem in werking, zet de motor
af en verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u de
machine verlaat.
9. Handen of voeten kunnen worden gesneden – Verwijder het
contactsleuteltje en lees de instructies voordat u service- of
onderhoudswerkzaamheden uitvoert; blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
10. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders
op een veilige afstand van de machine en zorg ervoor dat alle
grasgeleiders en veiligheidsschermen zijn gemonteerd.
11. Uitschakelen
12. Inschakelen
13. Parkeerrem
9
107-2908