4. Beweeg de schakelaar in de richting van de lip op
de remas totdat de afstand tussen de lip en de
schakelaarbehuizing 0,4 tot 1 mm is (Figuur 55).
5. Zet de schakelaar vast.
6. U controleert de afstelling als volgt:
A. Stel de parkeerrem in werking en neem plaats in
de bestuurdersstoel. Start vervolgens de motor.
B. Zet de rijhendels in de vergrendelde
neutraalstand.
De motor moet afslaan. In dit niet het geval is,
moet u de afstelling van de schakelaar nogmaals
controleren.
7. Monteer het voorpaneel.
Onderhoud riemen
Riem van wisselstroomdy-
namo controleren
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Controleer om de 200 bedrijfsuren de conditie en de
spanning van de riem van de wisselstroomdynamo
(Figuur 56).
1. Druk met een kracht van 45 N halverwege tussen de
poelies op de riem.
2. Als de speling niet correct is (10 mm), moet u
de montagebouten van de wisselstroomdynamo
losdraaien.
1. Bevestigingsbout
3. Verhoog of verminder de spanning van de riem van
de wisselstroomdynamo en draai de bouten vast.
4. Controleer nogmaals de speling van de riem om
zeker van te zijn dat de spanning correct is.
Drijfriemen van maaimessen
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
De drijfriemen van de maaimessen, die wordt gespannen
door de veerbelaste spanpoelie, zijn vervaardigd van
zeer duurzaam materiaal. De riemen zullen echter na
vele bedrijfsuren tekenen van slijtage gaan vertonen.
Tekenen dat een riem aan het slijten is zijn: gieren tijdens
het draaien van de riem, als de messen slippen tijdens het
52
Figuur 56
2. Wisselstroomdynamo