Bestuurdersstoel instellen
De bestuurdersstoel verstellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine
het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Om de bestuurdersstoel in te stellen, moet u
de instelhendel zijwaarts bewegen. Hiermee
ontgrendelt u de stoel (Figuur 32).
Figuur 32
1. Knop van rugleuning
2. Knop voor stoelophanging
2. Verschuif de stoel in de gewenste positie en laat
de hendel los om de stoel te vergrendelen in zijn
positie.
3. Probeer de stoel naar voren en naar achter te
schuiven om te controleren of deze is vergrendeld
op zijn plaats.
De stoelophanging verstellen
De stoel kan worden versteld zodat u prettig en
comfortabel kunt rijden. Zet de stoel in een positie die
voor u het meest comfortabel is.
Om de stoel te verstellen, draait u de knop in een van
beide richtingen voor de meest comfortabele positie
(Figuur 32).
3. Stelknop van lendensteun
4. Instelhendel
bestuurdersstoel
1. Knop voor stoelophanging
De rugleuning verstellen
De rugleuning kan worden versteld zodat u kunt rijden
in een comfortabele positie. Zet de rugleuning in een
positie die voor u het meest comfortabel is.
Om de rugleuning te verstellen, draait u de knop onder
de rechter armsteun in een van beide richtingen om de
meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 32).
Lendensteun instellen
De rugleuning kan worden versteld om de lendensteun
aan te passen aan de onderkant van uw rug.
Om de rugleuning te verstellen, draait u de knop onder
de linker armsteun in een van beide richtingen om de
meest comfortabele positie te verkrijgen (Figuur 32).
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
Om bij het hydraulische systeem en andere systemen
onder de stoel te kunnen komen, moet u de stoel
ontgrendelen en naar voren kantelen.
1. Met de instelhendel van de bestuurdersstoel kunt u
de stoel helemaal naar voren schuiven.
2. Druk een van de stoelvergrendelingen, achter
en naast de stoel, naar achteren om de stoel te
ontgrendelen en trek de stoel naar voren (Figuur 34).
33
Figuur 33
2. Instelling gewicht van
bestuurder