Rijhendels
Met behulp van de rijhendels kunt u de machine vooruit-
en achteruit laten rijden en bochten maken. Zie Vooruit-
en achteruitrijden in , bladz. .
Parkeerremhendel
Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem in werking
stellen teneinde te voorkomen dat de machine per
ongeluk in beweging komt. Om de parkeerrem in
werking te stellen, moet u de parkeerremhendel naar
achteren en omhoog trekken (Figuur 8). Om de
parkeerrem vrij te zetten, duwt u de parkeerremhendel
naar voren en naar beneden.
1. Parkeerremhendel
Parkeer de tractie-eenheid nooit op een helling.
Hefhendel van maaidek
De hefhendel van het maaidek activeert het hydraulische
circuit waarmee het maaidek wordt opgeheven en
neergelaten. Om het maaidek op te heffen, trekt u de
hefhendel naar achteren en om het maaidek neer te
laten, zet u de hefhendel naar voren.
Belangrijk: Houd de hendel niet langer in
deze posities nadat u het maaidek volledig
hebt opgeheven of neergelaten. Anders zal het
hydraulische systeem schade oplopen.
Contactschakelaar
De contactschakelaar heeft drie standen: Uit,
Aan/Voorgloeien en Start.
Figuur 8
2. Hefhendel van maaidek
Gashendel
Met de gashendel regelt u het motortoerental. U
verhoogt het motortoerental door de gashendel naar
Snel te bewegen. U verlaagt het motortoerental door
de gashendel naar LANGZAAM te bewegen. Met de
gashendel regelt u het toerental van de maaimessen en
in combinatie met de rijhendels de rijsnelheid van de
machine. Zet de gashendel altijd op Snel als u gras maait.
Aftakasschakelaar
Met de aftakasschakelaar kunt u de maaimessen in- en
uitschakelen.
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de motor
in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als het
contactsleuteltje op Lopen staat Gebruik deze tijden om
regelmatig onderhoudswerkzaamheden te plannen.
Indicatielampje van gloeibougie (oranje
lampje)
Het indicatielampje van de gloeibougie gaat branden als
het contactsleuteltje op Aan wordt gedraaid. Het lampje
blijft 6 seconden branden. Als het indicatielampje dooft,
kan de motor worden gestart.
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur
Dit lampje gaat branden en de maaimessen stoppen
als de temperatuur van de koelvloeistof te hoog wordt.
Als de machine niet tot stilstand wordt gebracht en de
temperatuur van de koelvloeistof nog eens 10° C stijgt,
zal de motor afslaan.
Belangrijk: Als het maaidek wordt uitgeschakeld
en het waarschuwingslampje brandt, moet u de
aftakasknop indrukken, naar een veilig vlak terrein
rijden, de gashendel op Langzaam zetten, de
rijhendels in de vergrendelde neutraalstand zetten
en de parkeerrem in werking stellen. Laat de motor
een paar minuten stationair lopen om deze te laten
afkoelen tot een veilige temperatuur. Zet de motor
af en controleer het peil van de koelvloeistof; zie
Het koelsysteem controleren in , bladz.
Laadindicator
De laadindicator licht op indien het laadcircuit van het
systeem defect is.
20