Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren of
maandelijks, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden (Figuur 51).
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. De correcte spanning
is 103 kPa (15 psi) voor de achterbanden en 172 kPa
(25 psi) voor de banden van de zwenkwielen. Een
ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. De bandenspanning kan het best bij
koude banden worden gecontroleerd.
Figuur 51
Zwenkwielen en lagers
vervangen
1. Nieuwe zwenkwielen, kegellagers en
lagerafdichtingen zijn verkrijgbaar bij een
erkende Toro-dealer.
2. Verwijder de borgmoer van de bout waarmee
het zwenkwiel is bevestigd aan de zwenkwielvork
(Figuur 52).
1. Moer
2. Afstandsstuk van lager
3. Buitenste lagerafdichting
4. Kegellager
5. Binnenste lagerafdichting
3. Pak het zwenkwiel vast en schuif de bout uit de vork
of draaiarm.
4. Gooi het oude zwenkwiel en de oude lagers weg.
5. Monteer het zwenkwiel door de ingevette kegellagers
en de afdichtingen in de wielnaaf te drukken, in de
positie die wordt getoond in Figuur 52.
6. Schuif het afstandsstuk in de wielnaaf door de
lagers en zet dit vast in de wielnaaf met de 2
afstandsstukken van het lager.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de randen van de
afdichting niet naar binnen worden gevouwen.
7. Plaats de zwenkwielset in de zwenkwielvork en zet
deze vast op zijn plaats met behulp van een bout en
een borgmoer.
8. Draai de moer aan totdat het wiel niet meer vrij kan
ronddraaien en daarna weer los totdat het wiel vrij
kan ronddraaien.
9. Zet een smeerpistool op de smeernippel op het
zwenkwiel en spuit daarin nr. 2 smeervet voor
algemene doeleinden op lithiumbasis.
49
Figuur 52
6. Afstandsstuk
7. Zwenkwiel
8. Asbout
9. Zwenkwielvork