4. Draai aan de regelschroef voor het stationair toerental
totdat het stationair toerental 25 tot 50 tpm hoger is
dan het toerental dat is ingesteld in stap 3
5. Zet de gashendel op SNEL. Buig het ankerlipje van
de veer voor het hoge toerental (Figuur 47) totdat het
hoge toerental 2850 ± 50 tpm bedraagt.
Bougies vervangen
Vervang de bougies om de 800 bedrijfsuren.
De aanbevolen elektrodenafstand is 0,76 mm.
De correcte bougie is een Champion RC14YC.
Opmerking: Een bougie heeft meestal een lange
levensduur. U moet de bougie echter uitnemen en controleren
als de motor slecht functioneert.
1. Maak de omgeving van de bougies schoon zodat
er geen ongerechtigheden in de cilinder kunnen
terechtkomen als u de bougie verwijdert.
2. Maak de kabels los van de bougies en verwijder de
bougies uit de cilinderkop.
3. Controleer de conditie van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen.
Belangrijk: Als de bougie gebarsten of vuil is of
niet goed werkt, moet deze worden vervangen. U
mag de elektroden niet zandstralen, afkrabben of
reinigen met een staalborstel omdat hierdoor gruis
kan losraken en in de cilinder terechtkomen en
de motor beschadigen.
4. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen de
centrale elektrode en de massa-elektrode 0,76 mm
bedraagt (Figuur 48).
Figuur 48
5. Plaats een bougie met de juiste elektrodenafstand en
monteer deze met een pakkingafdichting. Draai de
bougie vast met een torsie van 23 Nm. Als u geen
momentsleutel gebruikt, moet u de bougie stevig
vastdraaien.
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstoffilter vervangen
Er bevindt zich een leidingfilter in de brandstofleiding tussen
de brandstoftank en de carburateur (Figuur 49). Vervang het
filter om de 800 bedrijfsuren of eerder als de brandstofstroom
wordt belemmerd. Let erop dat het peil op het filter van de
brandstoftank af wijst.
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer
de motor koud is. Doe dit buiten op een open
terrein. Eventueel gemorste benzine opnemen.
• Rook nooit als u benzine aftapt en blijf uit de
buurt van open vuur of als de kans bestaat
dat benzinedampen door een vonk kunnen
ontbranden.
1. Sluit de brandstofafsluitklep, maak de slangklem op het
filter aan de kant van de carburateur los en verwijder de
brandstofslang van het filter (Figuur 49).
1. Brandstofafsluitklep
2. Plaats een opvangbak onder het filter, maak de andere
slangklem los en verwijder het filter (Figuur 49).
3. Monteer het nieuwe filter. Let erop dat de pijl op de
filterbehuizing van de brandstoftank af wijst.
Brandstofleidingen en
-verbindingen
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar
Inspecteer de brandstofleidingen op slijtage, beschadigingen
of loszittende verbindingen.
37
Figuur 49
2. Brandstoffilter