Smering
De machine smeren
Smeer de machine regelmatig door nr. 2 vet op lithium- of
molybdeenbasis voor algemene doeleinden in de smeernippels
te spuiten. Als de machine in normale omstandigheden
wordt gebruikt, moet u alle lagers en lagerbussen om de 50
bedrijfsuren smeren.
De smeerpunten zijn:
•
De naaf van de achterrol of, indien de set voor
driewielaandrijving gemonteerd is, de koppelingen van de
achterwielrol en de externe kogellager (1) (Figuur 35)
Figuur 35
•
Stuurvorkas (1) (Figuur 36)
•
Uiteinde van stuurcilinderstang (Figuur 36)
Figuur 36
•
Draaipunt van hefarm (3) en draaischarnier (3) (Figuur 37)
•
As en rol van trekframe (12) (Figuur 38)
•
Uiteinde van stuurcilinder (Figuur 39)
G017144
33
Figuur 37
Figuur 38
Figuur 39