2. Verwijder het oliefilter (Figuur 45). Smeer een dun
laagje schone olie op de pakking van het filter.
3. Draai het filter met de hand vast totdat de pakking
contact maakt met het filtertussenstuk. Draai het filter
vervolgens nog eens een 3/4 tot 1 slag. Niet te vast
draaien.
4. Vul het carter bij met olie; zie Motoroliepeil
controleren.
5. U moet de oude olie op de juiste wijze afvoeren.
De gashendel afstellen
Een goed werkende gasklep is afhankelijk van een correcte
afstelling van de gashendel. Voordat u de carburateur afstelt,
moet u controleren of de gashendel goed werkt.
1. Draai de kabelklemschroef los waarmee de kabel is
bevestigd aan de motor (Figuur 46).
1. Kabelklemschroef
2. Gaskabel
3. Wartel
4. Aanslag
2. Zet de gashendel naar voren op SNEL.
3. Trek stevig aan de gaskabel totdat de achterzijde van de
wartel tegen de aanslag aankomt (Figuur 46).
4. Draai de kabelklemschroef aan en controleer het
toerental van de motor.
•
Hoog stationair: 2850 ± 50 tpm
•
Laag stationair: 1650 ± 100 tpm
De choke afstellen
1. Draai de kabelklemschroef los waarmee de kabel is
bevestigd aan de motor (Figuur 46).
2. Zet de chokehendel naar voren op Dicht.
Figuur 46
5. Klemschroef van
chokekabel
6. Chokekabel
7. Chokevlinder
3. Trek stevig aan de chokekabel totdat de
chokevlinder helemaal gesloten is en draai daarna de
kabelklemschroef vast (Figuur 46).
Het toerental afstellen
Belangrijk: Voordat u de carburateur en de
snelheidsregelaar afstelt, moeten de gashendel en de
chokehendel goed zijn afgesteld.
WAARSCHUWING
De motor moet lopen als de carburateur en de
snelheidsregelaar worden afgesteld. Contact met
bewegende onderdelen of hete oppervlakken kan
lichamelijk letsel veroorzaken.
• Zet de schakelhendel in de neutraalstand en
stel de parkeerrem in werking voordat u deze
procedure uitvoert.
• Houd kleding, gezicht, handen, voeten
en andere lichaamsdelen uit de buurt van
de maaimessen, draaiende onderdelen, de
geluiddemper en andere hete oppervlakken.
1. Start de motor en laat deze ongeveer vijf minuten op
halfgas lopen om warm te worden.
2. Zet de gashendel op LANGZAAM. Draai de
regelschroef voor het stationair toerental linksom
totdat deze niet meer tegen de gashendel aan komt.
3. Buig het ankerlipje van de veer voor het afgeregelde
stationair toerental (Figuur 47) totdat het stationair
toerental 1650 ± 100 tpm bedraagt. Controleer het
toerental met een toerenteller.
Afgebeeld met verwijderde luchtfilter
1. Ankerlipje van veer voor
afgeregeld stationair
toerental
36
Figuur 47
2. Ankerlipje van veer voor
hoog toerental