Dynamo
Controleer of de dynamo voldoende laad. De laadspanning moet zijn 14,2 V zijn.
Uitlaat stuk
– Inspecteer het flexibele uitlaatstuk op lekkages.
– Controleer of de isolatiedeken van het flexibele uitlaatstuk in goede staat is
Roetfilter
Indien er een roetfilter geplaatst is, mag deze niet te veel tegendruk geven.
Indien het lampje gaat branden op het dashboard, moet u het filter reinigen.
U kunt het roetfilter element wisselen en de pompset weer starten, u kunt het roetfilter vervolgens
reinigen (Zie 9.13 Roetfilter reinigen).
Vonkenvanger
Reinig de vonkenvanger, dit gaat als volgt:
– Stop de dieselmotor en laat de uitlaat afkoelen.
– Draai de stop van het roetfilter.
– Start de dieselmotor, de roetdeeltjes komen naar buiten.
Zorg dat u deze roetdeeltjes volgens geldende normen opvangt, roetdeeltjes zijn gevaarlijk voor de
gezondheid.
Trillingsrubbers
Controleer de trillingsrubbers, als de pomp met de pompvoet op het frame ligt is het rubber versleten.
Als het rubber buiten de stalen schalen van het trillingsrubber uitkomt, is deze aan het slijten, en moet
overwogen worden om de trillingsrubbers te vervangen.
Lekbak
Tap de lekbak af, de vloeistof bevat water met olie- en dieselresten.
Regengoten voor dakpaneel.
De dakpanelen zijn gemonteerd op een bovenrand, deze bovenrand voert water af naar de kopszijden
van de omkasting. Zorg dat de kanalen allemaal schoon zijn van ondermeer zand en bladeren, zodat
water altijd goed weg kan lopen.
1401
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat alle afgetapte vloeistof op de juiste manier wordt opgevangen en
volgens de lokaal geldende regels wordt afgevoerd. Lekkage van milieubelastende
vloeistoffen kan enorme schade aanrichten aan het milieu. Probeer dit te allen tijde
te voorkomen.
Pompen PT serie
Onderhoud
9.9