– De keuze schakelaar heeft 2 functies:
(1) Pompunit is uitgeschakeld.
(2) Pompunit is ingeschakeld.
Dit betekent dat de pompunit continue draait.
8.4
Opstarten
1. Controleer het pomptype (typeplaat) en de karakteristieken van de pompunit, zoals: toerental,
werkdruk, opgenomen vermogen, werktemperatuur, draairichting, enz.
2. Controleer of de pompunit volgens de voorschriften is geplaatst. Let hierbij vooral op de ruimte
rondom de pompunit. Zorg ervoor dat de pompunit voldoende verse lucht kan aanzuigen.
3. Controleer of de voorgeschreven veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht.
4. Sluit de leidingen aan, zie hoofdstuk 5 Pompunit installeren.
5. Vul de pomp, zie hoofdstuk 6 Pomp algemeen.
6. Voer de algemene handelingen voor het opstarten van de pomp uit, zie hoofdstuk 6 Pomp
algemeen.
7. Voer het dagelijks onderhoud uit.
8. Controleer of er voldoende brandstof aanwezig is in de brandstoftank.
9. Ontlucht, indien nodig, het brandstofsysteem door de
knop van de elektrische opvoerpomp te bedienen totdat
deze niet meer tikt. (Als de opvoerpomp niet meer tikt is
het brandstofsysteem op druk.)
10. Voer de stappen uit zoals beschreven in 8.6
Dieselaandrijving Hatz - Starten.
11. Draai de schakelaar op het bedieningspaneel naar stand 2.
1401
Pompen PT serie
Pompunit met dieselmotor aandrijving
8.3