7 ONDERHOUD
Laat na het eerste jaar een inspectiebeurt aan het toestel
uitvoeren door een erkend installateur. Deze installateur
kan aan de hand van deze inspectie en omstandigheden de
onderhoudstermijn vaststellen.
Neem de stekker uit de wandcontactdoos.
Verwijder het sifon (zie figuur 10) en reinig deze.
Vul het sifon weer met water en plaats deze terug.
Verwijder de clip van de gasleiding boven het gasblok.
Verwijder vervolgens de gasleiding door de koppeling op
de bodemplaat los te maken, de gasleiding naar boven te
schuiven en weg te draaien.
De gasleiding kan nu naar beneden worden geschoven.
Draai het moertje dat aan de vuurhaard van de warmte-
wisselaar bevestigd is (zie figuur 24), los.
Haal de ventilatorklembeugel er uit (door deze naar voren
te trekken).
De brander en de ventilator kunnen vervolgens uitgenomen
en geïnspecteerd worden.
Inspecteer de verbrandingskamer + de brander en reinig
deze eventueel met een nylon borstel (nooit met staal-
borstel). Vervang eventueel beschadigde pakkingen.
Monteer tenslotte alles.
Let hierbij op de juiste positionering van brander, ventilator
en ventilatorklembeugel.
Controleer het CO ² -gehalte en corrigeer eventueel (zie
tabel 4, afstelgegevens bij controle en afstellen CO ² in
paragraaf 4.5.2).
Luchtinlaat filter
Controleer of er vuil op het luchtinlaat filter ligt. Door het
filter linksom te draaien, zoals aangegeven in figuur 25, kan
het filter gedemonteerd worden om te reinigen.
26
Figuur 24.
Figuur 25. Demontage luchtinlaat filter
Brander
Bevestigings-
bout
Ventilatorklem
beugel
Gasleiding-
bevestiging