Figuur 9.
Demontage van sanitairfilter
Thermostatische (sanitair)mengkranen
Bij toepassing van thermostatische mengkranen dient men
er voor te zorgen dat de weerstanden in koud-en warm-
watercircuit nagenoeg gelijk zijn. Bij snel sluitende kranen
kan men in de leidingen waar drukgolven optreden een
waterslag demper plaatsen.
Maximale uitstroom temperatuur
De maximale instelling van de sanitair temperatuur is
63°C. Indien de cv aanvoertemperatuur hoger is dan de
ingestelde sanitairtemperatuur kan het voorkomen dat de
uitstromende sanitairtemperatuur hoger wordt dan de
ingestelde temperatuur. Indien dit niet mag gebeuren
dient er een mengventiel te worden geplaatst.
Condensafvoer
Omdat er in een HR-toestel condens ontstaat, dient er een
voorziening gemaakt te worden om dit condenswater af te
voeren. Aan de onderzijde in het toestel is een sifon
geplaatst (zie figuur 10). De aan het sifon bevestigde
afvoerslang dient op het riool aangesloten te worden mid-
dels een open verbinding.
Voordat het toestel in bedrijf genomen wordt, dient het
sifon gevuld te worden met leidingwater.
Verwijder de clip (zie figuur 10) door deze naar voren te
trekken. Verwijder vervolgens het sifon en vul dit met water.
4.4 Luchttoevoer en verbrandingsgasafvoer
Opstellingsmogelijkheden
Het toestel is gekeurd als toesteltype B
C
, C
, C
. Rookgasafvoer mag worden uitgevoerd in
53
63
83
dikwandig aluminium, RVS, kunststof mits deze voorzien
zijn van Komokeur of Gastec QA.
Het toestel mag zowel open als gesloten aangesloten wor-
den. De opstellingsmogelijkheden voor gesloten toestellen
zijn weergegeven in figuur 11 (uitvoering A,C,D en E) en
in detail uitgewerkt in de figuren 12 t/m 13.
Bij uitvoering A liggen toe- en afvoer in hetzelfde drukvlak
en is een uitmonding boven de nok niet toegestaan.
De opstellingsmogelijkheid voor een open toestel is weer-
gegeven in figuur 11 (uitvoering B). Uitvoering B betreft
de vrije uitmonding.
Figuur 10. Reiniging sifon
Gesloten toestel in meervoudige toepassing (C6)
De luchttoevoer en de verbrandingsgas afvoer worden voor
meerdere toestellen gecombineerd.
Deze gecombineerde systemen worden aangeduid als CLV-
systemen (combinatie van luchttoevoer en verbrandingsgas
afvoersystemen (zie figuur 13)).
Leidingberekening
De totale druk die ter beschikking staat voor leidingwerk
bedraagt 90 Pa. Indien men meer dan 90 Pa aan weerstand
aanbrengt, zal dit een belastingdaling tot gevolg hebben
die meer bedraagt dan 5 %. Bij een belastingdaling >5 %
voldoet het toestel niet meer aan de gaskeur CW kwalificatie
eisen. Het toestel zal nog starten bij een rookgasafvoer-
weerstand van ± 1000 Pa. In tabel 3 (pagina 14) staan de
weerstandswaarden welke gebruikt kunnen worden voor de
leidingberekening.
Verruiming toepassing van leidingen
In situaties waarbij de totale weerstand van rookgasafvoer
en luchttoevoer te groot zijn, bestaat er de mogelijkheid
het toestel daarop aan te passen, en de maximale druk-
opbrengst te verruimen van 90 tot maximaal 260 Pa. Deze
verruiming is alleen uit te voeren op een ThermoMaster
3HR 24(T) middels aanpassing van parameter 2. Deze aan-
passing mag alleen uitgevoerd worden bij een verhoogde
weerstand in luchttoevoer en rookgasafvoer, om zodoende
aan de Gaskeur CW kwalificatie eisen te kunnen blijven vol-
doen. Bij het onjuist instellen van deze parameter voldoet
het toestel niet aan de CW kwalificatie eisen. De instelling
mag alleen worden uitgevoerd door erkende installatie of
, B
, C
, C
,
23
33
13
43
service bedrijven.
De aanpassing van parameter 2 dient vervolgens kenbaar
gemaakt te worden op de gebruikersinstructie van het toe-
stel, aan de binnenzijde van het klepje van het bedienings-
paneel (zie figuur 14).
Aanpassing kan alleen gedaan worden via het installateurs
menu. De toegang is beschreven in hoofdstuk 5 van dit
installatievoorschrift. De benodigde drukopbrengst voor
rookgasafvoer en luchttoevoer kan worden ingesteld vol-
gens tabel 3.
Deze paragraaf (4.4) en bijbehorende tabel 3 blijven bij
deze aanpassing van toepassing.
13