3 BESTURING DOOR BRANDERAUTOMAAT
3.1 Algemeen
Nadat de voedingsspanning is ingeschakeld, of nadat de
ketel is gereset, worden de driewegklep en de pomp
kortstondig bekrachtigd. Indien er binnen 24 uren geen
warmtevraag optreedt, wordt deze procedure herhaald.
In deze situatie zal de pomp gedurende 30 seconden
draaien. Dit gebeurt om te voorkomen dat de pomp en/of
de driewegklep vast gaat zitten.
3.2 Bediening + weergave op display
(gebruikers-mode)
Het bedieningspaneel bevat 3 toetsen ("+" "-" en
display (zie figuur 3). Door kortstondig de
figuur 3) in te drukken, kunnen de verschillende "modes"
op het display zichtbaar gemaakt worden en kunnen de
bijbehorende ingestelde waardes afgelezen worden.
bar
Figuur 3. Bedieningspaneel met display
Het display is uitgerust met een verlichting. Door op een
willekeurige toets te drukken, wordt deze verlichting (LED)
geactiveerd.
3.2.1 Setpoint aanvoertemperatuur cv-bedrijf
Druk zo vaak op de
-toets tot het symbool voor cv op het
display verschijnt (zie figuur 4).
Vervolgens is het mogelijk om, door op de + of de – toets
te drukken, de setwaarde (ingestelde waarde) van de aan-
voertemperatuur te wijzigen.
Indien een buitenvoeler of een OpenTherm-kamerthermo-
staat is aangesloten, is deze setwaarde van de aanvoer-
temperatuur niet aan te passen omdat deze door de rege-
ling wordt berekend. De setwaarde van de buitenvoeler of
OpenTherm regeling wordt weergegeven op het display.
Figuur 4. Veranderen setpoint
aanvoertemperatuur
3.2.2 Sanitair temperatuur instellingen
Druk zo vaak op de
-toets tot het symbool voor sanitairge-
bruik op het display verschijnt (zie figuur 5). Vervolgens is het
mogelijk om, door op de + of de – toets te drukken,
de setwaarde van de taptemperatuur te wijzigen (bij gebruik
van een OpenTherm-kamerthermostaat moet de setwaarde
via de thermostaat ingesteld worden. Als de OpenTherm-
kamerthermostaat geen sanitairfunctie heeft, dient deze inge-
steld te worden (zoals hierboven omschreven).
Indien een temperatuur < 50 °C wordt ingesteld, verschijnt
het "eco"-symbool op het display (zie figuur 5).
Figuur 5. Instellingen sanitairgebruik
3.2.3 Sanitair-instellingen CW
Om de toestellen conform CW-klassificatie te laten pres-
teren, is het noodzakelijk om de tapwatertemperatuur bij
) en een
combi-toestellen op een waarde van 63 °C in te stellen.
-toets (in
De tapwatertemperatuur dient bij solo-toestellen in combi-
natie met een ThermoBoiler ingesteld te staan op 60 °C.
De pomp dient in stand 3 te staan.
3.2.4 Toestelmodes
Het is voor de gebruiker mogelijk om 4 verschillende modes in
te stellen.
C
Deze modes zijn in te stellen door net zo lang op de
te drukken tot dat de tekst "mode" op het display verschijnt.
Vervolgens kan men door op de + of de – toets te drukken de
diverse modes op het display laten verschijnen (de geselec-
teerde mode wordt aangegeven door een knipperende pijl-
punt aan de linkerzijde van het display).
3.2.5 Weergave display
Het toestel kent verschillende displayweergaves, afhankelijk
van de functie.
Weergave display, geen warmtevraag
Na het veranderen van een instelling verschijnt binnen 10
sec. de weergave van de systeemdruk in bar en de actuele
waarde van de aanvoertemperatuur (dus niet de setwaarde).
Indien alleen warm waterbedrijf geselecteerd is, verschijnt
alleen de weergave van de systeemdruk in bar op het display.
Weergave display, buitenvoeler
Indien er een buitenvoeler is aangesloten, wordt dit middels
een symbool in de vorm van een huisje rechts naast de waar-
de van de aanvoertemperatuur weergegeven. (zie figuur 6).
C
Figuur 6. Weergave display bij toepassing van
Weergave display, warmtevraag aanwezig
Indien er een warmtevraag aanwezig is, verschijnt op het
display het vlamsymbool (zie figuur 7). Door middel van
kleine horizontale balkjes naast het vlamsymbool wordt het
1)
(zie pagina 5)
Winterbedrijf, warm water en cv-bedrijf
Zomerbedrijf alleen warm waterbedrijf
Alleen cv-bedrijf
Alleen vorstbeveiliging actief
bar
een buitenvoeler
C
-toets
C
11