6 STORINGEN
6.1 Algemeen
Indien er geen cijfers op het display zichtbaar zijn, dient
men te controleren of de stekker in het stopcontact zit, en
of de juiste spanning op het stopcontact aanwezig is.
Beweeg de "reset"-knop eenmaal op en neer (zie figuur 21),
en controleer of de ketel weer gaat functioneren. Indien
geen verandering optreed, dient men verder te gaan met
het controleren van het elektrische circuit.
Op de volgende manieren krijgt u toegang tot de elektrische
aansluitingen:
In geval van storing knippert dit lampje
Figuur 21. Gebruikersinterface
Toegang tot gebruikersinterface
Haal de voorkant van het bedieningspaneel los door voor-
zichtig de twee opsluitgrendels omhoog te wrikken (zie
figuur 22). Laat de voorkant van het bedieningspaneel niet
naar beneden klappen en tegen de elektrische verbindingen
van de resetschakelaar en gebruikersinterface rusten.
Verwijder de aansluitingen of ondersteun het bedienings-
paneel.
Neem eerst de stekker uit de wandcontactdoos
opsluitgrendels
Figuur 22. Toegang tot gebruikersinterface
Toegang tot branderautomaat
U verkrijgt als volgt toegang tot de printplaat van de
brander-automaat: Klap de bedieningskast open.
Verwijder de torxschroeven en haal het achterpaneel los
(zie figuur 23).
Bedieningskast
Open de bedieningskast, en controleer vervolgens of er 230 V
op de aansluitingen van connector H8 (zie figuur 20) aan-
wezig is. Zo ja, ga dan verder met het volgende:
22
Figuur 23. Openen van de bedieningskast
Controleer of er sprake is van kortsluiting in de pomp-
bekabeling, de bekabeling van connector H3 of in de beka-
beling van de hoofdprintplaat (controleer ook op slechte
contacten) naar het display-board. Controleer vervolgens
de zekering op de hoofdprintplaat (zie figuur 20) (630mA
op SYMSI). Nadat bovenstaande zaken gecontroleerd (en
eventueel verholpen) zijn, dient de stekker teruggeplaatst
te worden in de wandcontactdoos. Indien er nog steeds
geen cijfers op het display zichtbaar zijn, is of het display-
board of het de hoofdprintplaat (symsi) defect.
Toestel reageert niet op kamerthermostaatvraag
Controleer de kamerthermostaat met zijn bedrading (kabel-
breuk). Bij toepassing van een buitenvoeler dient de voeler
en zijn bedrading gecontroleerd te worden. Controleer de
bedrading die van de kroonsteen (zie figuur 20) naar de
connector van de open therm interface loopt en de bedra-
ding die van de OpenTherm interface naar connector J15
van de hoofdprintplaat loopt (zie figuur 20).
Controleer de zekering in de trafo (zie figuur 20. Deze is
niet aanwezig of niet meer in gebruik als symsi hoofdprint
is geplaatst), de ventilator en de bijbehorende bedrading.
Toestel reageert niet op boilervraag
Controleer de tap NTC en de flowsensor en hun bedrading.
Bij toepassing van een externe boiler dient de werking van
de thermostaat of NTC gecontroleerd te worden evenals de
bedrading van deze thermostaat of NTC. Controleer de
ventilator, de bijbehorende bedrading en de instellingingen
van de ketel.
6.2 Vergrendelende storingen
Een vergrendelende storing wordt weergegeven middels
een knipperend lampje (rood zie figuur 21) op het front-
paneel van de elektronica. Na opening van het klepje is het
display zichtbaar en kan de foutcode (F gevolgd door een
cijfer) afgelezen worden.
Te lage en te hoge waterdruk en ontsteekstoringen en wor-
den middels de letter F en een apart symbool weergegeven.
Zoals hieronder staat aangegeven.
Ontsteekstoring
Watergebrekstoring
Ventilatorstoring
Andere storing, bel de installateur
Indien de aanvoertemperatuur te hoog wordt, knippert het
rode lampje ook. In dit geval is er echter geen sprake van
een vergrendelende storing. Zodra de temperatuur niet
meer te hoog is, zal het lampje niet meer knipperen.
achterpaneel
bedieningskast
torxschroeven (3x)