Waarschuwing
Als het ABS tijdens een remmanoeuvre
wordt ingeschakeld door een druk op
de modusknop, wordt het ABS actief.
Het inschakelen van het ABS tijdens
een remmanoeuvre kan de rijeigen-
schappen en de stabiliteit van de
motorfiets veranderen.
Veranderingen in de rijeigenschappen
van de motorfiets tijdens een remma-
noeuvre kunnen leiden tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
Na het rijden met uitgeschakeld ABS,
moet u altijd controleren of het ABS is
ingeschakeld wanneer u terugkeert om
op de openbare wegen te rijden.
Rijden op de openbare weg met het
ABS uitgeschakeld, zal bij te hard
remmen leiden tot het blokkeren van
de wielen, wat verlies van controle
over de motorfiets en ongevallen kan
veroorzaken.
Algemene informatie
Bandenspanningscontrole
systeem (TPMS) (indien
gemonteerd)
Waarschuwing
Het TPMS-systeem ontslaat u niet van
de verplichting dagelijks de banden-
spanning te controleren. Controleer de
bandenspanning wanneer de banden
koud zijn en gebruik een nauwkeu-
rige
bandenspanningsmeter
pagina 152).
Gebruik van het TPMS-systeem voor
het instellen van de bandenspanning
kan leiden tot een verkeerde banden-
spanning en bijgevolg tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
Functie
Bandenspanningssensoren zijn bij het
voor- en het achterwiel gemonteerd.
Deze sensoren meten de luchtdruk in
de band en verzenden de drukgegevens
naar de instrumenten. De sensoren
verzenden de gegevens pas wanneer de
motorfiets een snelheid van ongeveer
20 km/h bereikt. In de systeemweergave
worden twee streepjes getoond tot het
bandenspanningssignaal is ontvangen.
(zie
77