Veiligheid voorop
Waarschuwing
De hellingshoekindicators mogen niet
worden gebruikt als richtlijn voor
de mate waarin de motorfiets veilig
schuin gelegd kan worden in bochten.
Dat hangt af van vele factoren,
waaronder, maar niet beperkt tot, het
wegoppervlak, de toestand van de
band en het weer. Overhellen tot een
onveilige hoek kan instabiliteit, verlies
van controle over de motorfiets of een
ongeval veroorzaken.
Waarschuwing
Wanneer de hellingshoekindicator op
de voetsteun van de bestuurder tijdens
het overhellen de grond raakt, nadert
de motorfiets de maximale hellingshoek.
Nog verder overhellen is onveilig.
De slijtagelimiet wordt aangegeven
door een groef op de hellingshoekindi-
cator.
Overhellen tot een onveilige hoek kan
instabiliteit, verlies van controle over
de motorfiets of een ongeval veroor-
zaken.
1. Hellingshoekindicator
14
Wanneer de hellingshoekindicators tot
voorbij de slijtagelimiet zijn afgesleten,
kan de motorfiets tot een onveilige
hoek overhellen. Vervang daarom altijd
de pennen van de hellingshoekindi-
cators voordat ze tot de slijtagelimiet
zijn afgesleten. Overhellen tot een
onveilige hoek kan instabiliteit, verlies
van controle over de motorfiets of een
ongeval veroorzaken.
Meer informatie over de slijtageli-
mieten van de hellingshoekindicators
vindt u in hoofdstuk Onderhoud en
afstelling, in pagina 151.
1
Waarschuwing