Algemene informatie
Er zijn drie warmteniveaus beschikbaar:
laag, medium en hoog. Deze niveaus
worden
op
het
aangegeven
door
verschillende kleuren.
1
1.
Symbool verwarmingsstand laag (geel)
2.
Symbool verwarmingsstand medium
(oranje)
3.
Symbool verwarmingsstand hoog (rood)
Druk voor een maximaal resultaat in
koude omstandigheden, vanuit de stand
UIT, eerst eenmaal op de schakelaar
voor heet en verlaag het warmteniveau
daarna naar warm door nogmaals op
de schakelaar te drukken wanneer de
handgrepen zijn opgewarmd.
Om de handvatverwarming uit te scha-
kelen drukt u op de schakelaar tot het
symbool van de handvatverwarming
niet langer zichtbaar is op het display.
Uitschakeling bij lage spanning
Als een lage spanning wordt gede-
tecteerd, wordt de schakelaar van de
handvatverwarming
gesteld. De handvatverwarming kan
pas weer worden gebruikt wanneer de
spanning weer tot een veilig niveau is
toegenomen.
De schakelaar wordt niet automatisch
weer in werking gesteld, ook niet als
de spanning weer tot een veilig niveau
is toegenomen. De gebruiker moet de
schakelaar zelf indrukken om de hand-
vatverwarming in te schakelen.
70
instrumentenpaneel
symbolen
met
2
3
buiten
werking
Mistlichtschakelaar
Om de mistlichten in of uit te schakelen,
moet u met de koplampen aan de mist-
lichtschakelaar kort indrukken. Wanneer
de mistlichten zijn ingeschakeld, brandt
het
mistlichtcontrolelampje
display.
Let op
De schakelaar voor de voorste mist
lichten
werkt
koplampen branden.
De mistlichtschakelaar gaat automatisch
weer uit wanneer de contactschakelaar
uit en weer aan gezet wordt.
Cruisecontrolknop (indien
gemonteerd)
De cruisecontrol wordt ingeschakeld
door de cruisecontrolknop in te drukken.
De
cruisecontrol
tot er weer op de knop wordt gedrukt
om de cruisecontrol uit te schakelen.
Inschakelen
van
is op elk moment mogelijk, maar de
cruisecontrol wordt pas daadwerkelijk
geactiveerd
wanneer
voorwaarden is voldaan. Voor meer
informatie, zie pagina 71.
Grootlichtknop
De grootlichtknop heeft verschillende
functies; deze zijn ervan afhankelijk of
de dagrijverlichting (DRL) is gemon-
teerd of niet. Wanneer het grootlicht is
ingeschakeld, brandt het controlelampje
grootlicht in het display.
in
alleen
wanneer
blijft
ingeschakeld
de
cruisecontrol
aan
bepaalde
het
de