Algemene informatie
Instellingen tractiecontrole
Waarschuwing
Als de tractiecontrole is uitgeschakeld,
gedraagt de motorfiets zich net als
anders, maar zonder tractiecontrole.
In dat geval kan te snel accelereren op
een nat of glad wegoppervlak leiden
tot verlies van controle over de motor-
fiets en een ongeval.
Het tractiecontrolesysteem kan worden
uitgeschakeld
zoals
Motorfietsinstellingen op pagina 50 of
worden aangepast aan de omstandig-
heden als beschreven in Configuratie
rijmodus op pagina 47.
76
beschreven
in
ABS inschakelen
Als het ABS is uitgeschakeld tijdens het
rijden in een bepaalde rijmodus, kan het
opnieuw worden ingeschakeld terwijl de
motorfiets stilstaat of rijdt.
Om het ABS-systeem in te schakelen
wanneer de motorfiets stilstaat, voert u
een van de volgende handelingen uit:
•
Zet het contact UIT en weer AAN.
•
Houd, met ingeschakeld contact, de
modusknop langer dan een seconde
ingedrukt.
Het ABS wordt ingeschakeld als de
motorfiets een snelheid van meer dan
10 km/u bereikt. Het ABS-waarschu-
wingslampje gaat uit.
Om het ABS-systeem in te schakelen als
de motorfiets rijdt, doet u het volgende:
•
Houd de modusknop langer dan een
seconde ingedrukt.