Het maaiwerk
6.2
Maaien
46
Voor het maaien of verticuteren worden de hiervoor beschreven maai-
werktuigen gebruikt. De werksnelheid hangt af van de dichtheid en de
vochtigheid van het grasveld. Deze moet aan de omstandigheden
worden aangepast. Het maximale toerental van de cardanas van 540
-1
min
moet worden aangehouden. De tank moet op tijd worden ge-
leegd, om correct verzamelen te waarborgen. Wanneer de tank te vol
wordt gemaakt, kan verstopping in de verticale schacht boven de ro-
tor optreden, die ook bij het leegmaken van de tank niet wordt opge-
lost.
De vangkorf is met een indicatie uitgevoerd, die aangeeft of de tank
moet worden leeggemaakt. (afb. 6.2)
Zolang de indicatie zich in de onderste positie bevindt, kan nog maai-
goed worden opgenomen.
Zodra de wijzer begint te bewegen, is het tijd om de vangkorf te le-
gen.
Als de wijzer zich in de bovenste positie bevindt, moet de vangkorf
worden geleegd.
De gevoeligheid van de indicatie is afhankelijk van het maaigoed.
GH_HH BAF0009.6
05.22