7.3.5 Diamantdraad spannen
1. Leg de diamantdraad op aandrijfrollen en vul de draadopslag. → Pagina 26
2. Zet de hoofdschakelaar in de stand AAN.
3. Schakel de drukluchtcompressor in.
4. Span de diamantdraad, door op de aandrijfeenheid de bedieningstoets draadspan-
ning in te drukken.
5. Richt alle geleiderollen van de aandrijfeenheid met de geleiderollen van de rolbokken
uit.
6. Controleer of de diamantdraad in het midden in de groeven van de aandrijfrollen,
draadopslagrollen en geleiderollen ligt.
7. Controleer de gehele ligging van de draad.
8. Schuif de startblokkering volledig tot aan de hefcilinder en klem de startblokkering
stevig vast.
7.3.6 Koeling van de diamantdraad inrichten
De motoren moeten ook bij droog zagen worden gekoeld. Gebruik een gesloten
waterkanaal en voer het afvoerwater af naar een afvoer of een reservoir.
Naarmate het zagen voortschrijdt kan het nodig zijn de watermondstukken opnieuw
af te stellen.
1. Verbind de watertoevoer met de watermondstukken.
2. Verbind de watertoevoer met de aansluitingen op de aandrijfeenheid.
3. Plaats de watermondstukken (voorzijde van de bouwconstructie).
4. Richt het mondstuk op de plek waar de diamantdraad de bouwconstructie binnengaat.
▶ Het koelwater moet door de diamantdraad in de doorgangsboring worden getrok-
ken.
5. Plaats de watermondstukken (achterzijde van de bouwconstructie).
6. Richt het mondstuk op de plek waar de diamantdraad de bouwconstructie binnengaat.
▶ Het koelwater moet door de diamantdraad in de doorgangsboring worden getrok-
ken.
7.3.7 Monteer de beschermende afdekkingen
Betreed de gevarenzone alleen als de NOODSTOP of de AAN/UIT-schakelaar op
de afstandsbediening is bediend.
Gebruik zo mogelijk altijd de draadafdekkingen, hierdoor verhoogt u de veiligheid
op de bouwplaats.
28
Nederlands
2238912
*2238912*