Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap
▶ Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrisch gereedschap. Met het passende elektrisch gereedschap werkt
u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik.
▶ Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
▶ Trek de stekker uit het stopcontact en/of verwijder de verwijderbare accu uit het
apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat
weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrisch
gereedschap.
▶ Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen.
Laat geen personen het apparaat gebruiken die niet hiermee vertrouwd zijn of
deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk
wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt.
▶ Ga zorgvuldig met het elektrisch apparaat en de toebehoren om. Controleer of
bewegende delen correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het apparaat nadelig
wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het apparaat
gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
▶ Houd snijgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijgereed-
schappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te
geleiden.
▶ Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen enz. uitslui-
tend conform deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en
de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor
andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
▶ Houd de handgrepen en de greepgedeelten droog, schoon en vrij van olie en
vet. Gladde handgrepen en greepgedeelten zorgen dat het elektrisch gereedschap in
onvoorziene situaties niet veilig kan worden bediend en gecontroleerd.
2.2
Adequate inrichting van het werkgebied
▶ Zorg ervoor dat u toestemming van de uitvoerder heeft voor de boor- en zaag-
werkzaamheden. Boor- en zaagwerkzaamheden aan gebouwen of andere structuren
kunnen de statica beïnvloeden, met name bij het doorzagen van wapeningsijzer en
dragerelementen.
▶ Controleer samen met de uitvoerder dat zich in het zaaglijngebied geen gas- en
waterleidingen, elektrische leidingen of andere leidingen bevinden. Gebruik hiervoor
aanwezige plattegronden en een detectie-apparaat. Externe metalen delen van het
apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u bijv. een elektrische leiding
beschadigt. Bij het zaaglijngebied liggende leidingen die bijvoorbeeld door vallende
onderdelen kunnen worden beschadigd, moeten afzonderlijk worden beschermd en
zo nodig buiten gebruik worden genomen.
▶ Zorg voor goede verlichting.
▶ Zorg voor een goede ventilatie van het werkgebied. Slecht geventileerde werkplaatsen
kunnen als gevolg van de stofbelasting schadelijk zijn voor de gezondheid.
▶ Houd uw werkgebied in orde. Houd de werkomgeving vrij van voorwerpen waaraan u
zich kunt verwonden. Ongeordendheid in uw werkgebied kan leiden tot ongevallen.
*2238912*
2238912
Nederlands
7