ingebruikname of deze correct werken. Plaats bij het gebruik van een generator een
grondpen.
▶ De netspanning moet met de informatie op de typeplaatjes overeenkomen; dit
controleren.
▶ Houd de elektrische kabel en vooral de stekkeraansluitingen droog. Sluit de contact-
dozen als deze niet worden gebruikt af met de meegeleverde afdekkingen.
▶ Gebruik alleen verlengsnoeren die voor de toepassing zijn toegestaan en waarvan de
draaddoorsnede groot genoeg is. Werk niet met opgerolde verlengsnoeren, omdat dit
tot vermogensverlies en oververhitting van het snoer kan leiden.
▶ Neem in acht dat afzonderlijke onderdelen van de omzetter ook na het losmaken van
de stroomtoevoer nog tot 10 minuten onder levensgevaarlijke hoogspanning blijven
staan.
2.4
Veiligheid bij het gebruik
▶ Controleer voor het gebruik of de draadzaag en de componenten daarvan, de
zaagdraad en de verbinders daarvan en de accessoires goed werken. Zorg ervoor dat
beschadigingen en storingen vóór het gebruik vakkundig worden verholpen.
▶ Positioneer u zo ver mogelijk verwijderd van de gevarenzone. Positioneer u zodanig,
dat u het zaagproces en de gevarenzone goed kunt overzien.
▶ Draag de radiografische afstandsbediening altijd bij u, om het zaagproces in geval van
gevaar direct te kunnen onderbreken.
▶ Begin pas met werken wanneer de aandrijfeenheid en ook de rolbokken veilig en
stabiel op een massieve ondergrond bevestigd zijn. Een vallend of gevallen onderdeel
kan ernstige schade of verwondingen tot gevolg hebben.
▶ Sluit de elektrische leidingen en persluchtvoorziening pas na het volledig instellen van
de draadzaag aan.
▶ Neem het product alleen met correct gemonteerde en gesloten afdekkingen in gebruik.
▶ Het betreden van de gevarenzone (bijvoorbeeld voor het afstellen van de rollen of de
watertoevoer, het inslaan van wiggen, etc.) is alleen toegestaan als de NOODSTOP
of de AAN/UIT-schakelaar op de afstandsbediening bediend is en de aandrijfrollen
stilstaan.
▶ Houdt u zich bij het zagen aan de toegestane aandrijfparameters en aan de aanbevolen
richtwaarden voor de zaagsnelheid en voortbewegingsdruk.
▶ Gebruik alleen zaagdraden die voldoen aan de eisen overeenkomstig EN 13236
voldoen. Gebruik slechts één draadverbinder voor elke diamantdraadlus en verbind
uitsluitend diamantdraden van hetzelfde type en met dezelfde diameter.
▶ Door het gebruik van hoogwaardige zaagdraden, draadkoppelingen en krimpwerktui-
gen kan het aantal draadbreuken aanzienlijk worden gereduceerd.
▶ De draad kan heet worden, pak deze daarom niet zonder werkhandschoenen vast.
▶ Gebruik voor de bevestiging van de wieldragers, de draadzaag en voor de borging
van onderdelen alleen bevestigingsmateriaal van toereikende afmetingen (ankers,
schroeven, etc.).
▶ Controleer bij het gebruik van opstaphulpen (steigers, ladders enz.) dat deze aan de
voorschriften voldoen, niet beschadigd zijn en volgens voorschrift opgebouwd zijn.
▶ Zorg voor een goede lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en altijd in
evenwicht bent.
▶ De bediener dient ervoor te zorgen dat zich tijdens de zaagwerkzaamheden geen
personen in de gevarenzone bevinden. Dit geldt ook voor de niet direct zichtbare
gevarenzone, bijvoorbeeld aan de andere zijde van de zaagzijde. Indien nodig moeten
grote versperringen worden neergezet of moeten er wachtposten worden neergezet.
*2238912*
2238912
Nederlands
9