Meerkanaalsregelaar TOPAX
MC
®
4. Er wordt nog een venster geopend waarin u een tolerantie kunt in-
stellen. U kunt de tolerantie maximaal van -50 tot +50 veranderen.
Dat hangt ervan af of u het onderste of bovenste bereik afstelt. De
maximale verandering komt ongeveer overeen met 1 mA stroom.
5. Controleer het uitgangssignaal met een multimeter of een servomo-
tor en zorg ervoor dat de motor nu precies wordt gestuurd.
6. Sla de actuele offset op door op de toets 'Opslaan' te drukken.
Afstelling van de uitgang van 20 mA voltooid.
ü
11.7 Gewenste waarden en reeksen gewenste waarden
Het setpoint 'W' van een regeling is de gewenste waarde, terwijl de wer-
kelijke waarde 'X' de continu gemeten waarde van een sensor is. U kunt
verschillende gewenste waarden instellen waarmee het apparaat moet
worden aangestuurd. U kunt kiezen uit vier verschillende reeksen van ge-
wenste waarden, waar de regelaar automatisch tussen kan schakelen.
Met de reeksen van gewenste waarden kunt u kiezen om het product op
verschillende tijden of bij verschillende bedrijfsomstandigheden anders
aan te sturen.
Hieronder worden de mogelijkheden voor het regelen met gewenste
waarden en de bijbehorende configuratie beschreven.
11.7.1 Gewenste waarden instellen
U kunt de gewenste waarden bij de menuopdracht 'Gewenste waarden'
configureren en opslaan.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 1 via 'Setpoints' naar het tabblad 'Actief'.
2. Actief: in het tabblad 'Actief' kunt u de reeks van gewenste waarden
zien die op dat moment actief is.
4
De afzonderlijke gewenste waarden worden weergegeven. Als u een
van de waarden wilt wijzigen, wordt deze waarde als nieuwe ge-
wenste waarde geactiveerd.
3. Opslaan: u kunt de actieve gewenste waarden als reeks van ge-
wenste waarden opslaan. Druk daarvoor op een reeks van gewenste
waarden en druk daarna op 'Opslaan'.
4. Gewenste waarden 1 – 4: de mogelijke gewenste waarden voor de
regelaar worden onder elkaar weergegeven. Hier is van links naar
rechts de volgende informatie te vinden:
- Met S1 − S4/V1 − V4 wordt de sensoringang of virtuele ingang aan-
gegeven.
- Met O1 − O4 wordt de uitgang aangegeven. Met 'schakelklok'
wordt aangegeven dat de uitgang direct wordt aangestuurd.
- Hierna volgt de meetwaarde van deze ingang, bijv. vrij chloor, pH of
de tekst 'Geen regelfunctie' als deze regelaar inactief is.
Met een pijl naar boven of beneden wordt aangegeven om welke re-
gelrichting het gaat. Opheffen of neerlaten.
- Daarna volgt de gewenste waarde. Druk op de gewenste waarde.
Deze kan meteen worden gewijzigd. Als het gaat om een regeling in
twee richtingen, moeten ook twee gewenste waarden worden inge-
voerd. Zowel voor de regelrichting Opheffen als voor Neerlaten. Als
deze gewenste waarden worden gewijzigd, verandert dit niet de
reeksen van gewenste waarden die kunnen worden opgeslagen.
Daarvoor moet u stap 3 uitvoeren.
- T1-T4 toont de temperatuurregeling als deze is geconfigureerd on-
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220914
der digitale uitgangen in de configuratiewizard met een geschikte
hysterese.
5. Debiet: u kunt het debiet activeren of deactiveren. Hierdoor kan het
debiet worden verlaagd met 0 tot 100 %. De waarde van het debiet
wordt met de stelwaarde Y vermenigvuldigd. Als de stelwaarde bij-
voorbeeld 80 % bedraagt, maar het debiet maar 50 % is, zorgt dit
voor een uitgangsvermogen van: stelgrootte Y = 80 % ∙ 50 % = 40 %.
De gewenste waarde is ingesteld.
ü
11.7.2 Reeksen gewenste waarden laden
U kunt een reeks van gewenste waarden laden.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 1 via 'Setpoints' naar het tabblad 'Reeks setpoints'.
2. Selecteer een reeks van gewenste waarden naar keuze.
3. Druk op 'Laden'.
4
De reeks van gewenste waarden naar keuze is meteen actief.
De reeks van gewenste waarden is geladen.
ü
11.7.3 Gewenste waarden omschakelen
De reeksen van gewenste waarden die bij het vorige punt zijn ingesteld,
kunnen handmatig of automatisch worden omgeschakeld. U heeft twee
mogelijkheden om het automatisch omschakelen te activeren:
Ga in de menuopdracht 'Gewenste waarden' naar het tabblad 'Om-
n
schakeling' en plaats een vinkje bij 'Gewenste waarden automatisch
schakelen'.
Ga naar het menu 'Handmatige modus' en plaats een vinkje bij 'Ge-
n
wenste waarden automatisch schakelen'.
Voor het automatisch omschakelen kunt u een digitale ingang (zie hoofd-
stuk 11.7.3.1 „Omschakeling via digitale ingangen" op pagina 43) en
meerdere interne schakelklokken (zie hoofdstuk 11.7.3.2 „Omschakeling
via een schakelklok" op pagina 44) gebruiken. Hierbij heeft het om-
schakelen via een digitale ingang hogere prioriteit. Er wordt alleen via een
schakelklok omgeschakeld als er geen omschakeling via een digitale in-
gang actief is.
11.7.3.1 Omschakeling via digitale ingangen
Voordat u een digitale ingang voor het omschakelen op een bepaalde
reeks van gewenste waarden kunt gebruiken, moet u de digitale ingang
volgens hoofdstuk 10.1.6 „Digitale ingangen" op pagina 32 configure-
ren.
U kunt voor het omschakelen kiezen uit drie uitvoeringen: extern gestuur-
de omschakeling, omschakeling via een interne schakelklok en de functie
'ECO-besturing' die verder de grenswaardecontrole meeneemt.
Externe omschakeling configureren
Bij de externe aansturing wordt op de reeks van gewenste gegevens naar
keuze overgeschakeld zolang de digitale ingang is geactiveerd.
Als de digitale ingang wordt gedeactiveerd, schakelt het apparaat terug
naar de vorige reeks van gewenste waarden.
BA-46020-05-V06
Bedieningsvoorschrift
Bedrijfsvoering
43