Meerkanaalsregelaar TOPAX
MC
®
2. Druk bij 'Analoog' op de gewenste uitgang.
3. Configureer de analoge uitgang door het volgende in te voeren.
4. Type 20 mA: u kunt kiezen uit de volgende soorten signalen: 4 – 20
mA, 0 – 20 mA, 20 – 4 mA of 20 – 0 mA.
5. Testsignaal: u kunt de configuratie van de analoge uitgangen testen.
Controleer daarbij de aansturing op het externe apparaat.
6. Uitgang: stel in wat bij de gekozen uitgang moet worden afgegeven.
U kunt kiezen uit meet-, temperatuur- of stelwaarden (regeluitgan-
gen).
7. Minimum: stel een minimumwaarde in. Met de minimumwaarde
wordt aangegeven bij welke meetwaarde het signaal het zwakst is.
8. Maximum: stel een maximumwaarde in. Met de maximumwaarde
wordt aangegeven bij welke meetwaarde het signaal het sterkst is.
i
De waarden bij 'Minimum' en 'Maximum' dienen voor het
schalen van het analoge uitgangssignaal. Voorbeeld: Sensor 1
heeft een meetbereik van 0 − 10 mg/l. Als type van 20 mA is
4 − 20 mA gekozen. Als het complete meetbereik van de sen-
sor door het analoge signaal moet worden afgedekt, moet voor
'Minimum' 0 mg/l en voor 'Maximum' 10 mg/l worden inge-
steld. Daarbij wordt bij 0 mg/l een signaal van 4 mA en bij 10
mg/l een signaal van 20 mA afgegeven.
De configuratie van de analoge uitgangen is afgesloten.
ü
10.2.8 Aansturen van de leds voor de meetwaterborden
Er bevinden zich op enkele meetwaterborden meerdere leds die aange-
ven of er zich een waterparameter in het gewenste bereik bevindt. U kunt
de aansturing van de leds configureren.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in het Menu 2 'Uitgangen' naar het tabblad 'Externe leds'.
2. Druk bij 'Led' op de gewenste led.
3. Configureer de led door het volgende in te voeren.
4. Functie: kies waar de led op moet reageren. Als er voor 'te weinig
meetwater' wordt gekozen, brandt de led standaard groen. Als het di-
gitale contact 'te weinig meetwater' actief is, brandt de led rood. An-
dere opties zijn de meetwaarden van de sensoringangen 1 – 4.
5. Minimum en maximum: als u ervoor heeft gekozen om een meet-
waarde te gebruiken, moet u een minimum- en maximumwaarde in-
stellen. Als de minimumwaarde wordt onderschreden of de maxi-
mumwaarde
wordt
overschreden,
Tussen deze waarden brandt de led groen. Als er tegelijkertijd te wei-
nig meetwater is, branden ze oranje.
6. Testsignaal: u kunt de configuratie van de leds testen.
De configuratie van de externe leduitgangen is afgesloten.
ü
10.3 Overzichten
De hoofdweergave van het apparaat toont de verschillende informatie
van de ingebouwde ingangsmodules. U kunt individueel bepalen welke
informatie moet worden weergegeven. De volgende informatie is be-
schikbaar:
Afwijkingsweergave
n
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220914
n
n
n
n
n
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 2 via Instellingen naar het tabblad 'Weergave 2'.
2. Zet onder Functie vinkjes bij de informatie aan die in de hoofdweer-
ü
10.3.1 Tweede overzicht
Ingang 1
Virtueel 2
Virtuell 1 pH
Afb. 46: Individueel tweede overzicht
U heeft ook de mogelijkheid om een tweede overzicht te activeren.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 2 via Instellingen naar het tabblad 'Weergave 1'.
2. Activeer het '2e overzicht'.
3. Aantal vensters: geef aan hoeveel individuele en vrij configureerba-
ü
U kunt dit tweede overzicht individueel configureren en aanpassen aan
uw behoeften.
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op de toets 'Hoofdmenu' linksonder op het display tot het twee-
brandt
de
led
rood.
2. In elk venster bevindt zich rechtsboven een tandwielpictogram.
3. Naam: geef het venster een naam naar keuze.
4. Weergave 1 – 5: er kunnen afhankelijk van hoe groot het venster is
ü
BA-46020-05-V06
Knipperen alarm
Te weinig meetwater 1 – 4
Externe stop 1 – 4
Filterspoeling 1 – 4
Wachtwoord in gewone tekst
gave moet worden weergegeven.
Hoofdweergave geconfigureerd.
re vensters er moeten worden weergegeven.
Het tweede overzicht is geactiveerd.
de overzicht met de individueel in te stellen vensters verschijnt.
Druk op het pictogram om het gekozen venster te configureren en
stel het volgende in.
tot vijf weergaven worden geconfigureerd. U kunt kiezen uit: de
meetwaarden, de virtuele waarden, de stelwaarden, de setpoints, de
stoorgrootten, de digitale ingangen, de externe leduitgangen en de
mediumdosering.
De configuratie van het tweede overzicht is afgesloten.
Bedieningsvoorschrift
Mediumdosering
Temperatuurregeling
Configuratie
35