Meerkanaalsregelaar TOPAX
MC
®
8.9 RC-contactor voor relais
Let er bij de aansluiting op de relais op dat de inductieve lasten
storingen moeten worden onderdrukt. Als dat niet mogelijk is, moet het
relaiscontact bij het klemmenblok van het apparaat met een RC-beveili-
gingscircuit of storingsonderdrukker worden beveiligd.
Bij het aansluiten van apparaten met inductieve lasten met meer dan één
ampère nominale stroom bij een relais kunnen de contacten in het relais
aan elkaar vastkleven. Het apparaat werkt daardoor ongecontroleerd. Om
in het geval van kortsluiting in het laststroomcircuit vastkleven te voorko-
men, moeten de inductieve lasten apart op de maximale relaisschakel-
stroom worden ingesteld.
Handelingsacties:
ü
U wilt een inductieve last op het relais klemmen.
Voer de volgende stappen uit:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Klem de storingsonderdrukker evenwijdig aan de inductieve last
vast.
3. Als punt 2 niet mogelijk is, moet u de storingsonderdrukker evenwij-
dig aan de relaisuitgang vastklemmen.
RC-beveiliging voor relais aangesloten.
ü
8.10 Ethernet aansluiten
U kunt de ethernetaansluiting voor het volgende gebruiken:
Lezen/schrijven via Modbus TCP/IP-protocol* (PLC of computer)
n
Toegang via webbrowser
n
Toegang via TFTP-server
n
Het apparaat heeft een netwerkingang in de vorm van een vierpolige en
D-gecodeerde bus M12x1. Om een voor Ethernet-Netwerken typische
RJ-45 stekkeraansluiting te verkrijgen, biedt Lutz-Jesco speciale twis-
ted-pair netwerkkabels in verschillende lengtes aan. Bij kabels van ande-
re fabrikanten moet een kabel van de categorie 5 met 100 Ohm impedan-
tie of beter gekozen worden.
Pin
Bezetting
1
TX-
2
TX+
3
RX-
4
RX+
-
Afscherming
Tab. 35: Aansluitbus Ethernet
Afb. 40: Ethernetaansluiting
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220914
Kleur ader
geel
oranje
wit
blauw
-
BA-46020-05-V06
Installatie van een bekabeld Netwerk
Let bij de installatie op het volgende:
De Ethernet netwerk verkabeling is stervormig aangelegd: De kabel-
n
lengte bedraagt maximaal honderd meter
Gebruik alleen afgeschermde kabels en connectoren
n
Gebruik alleen CAT5-kabels of hoger
n
*De lijst van de Modbus-commando's is te vinden in hoofdstuk 14 „Mod-
bus-adressen TOPAX® MC" op pagina 52.
8.11 RS485-interface
ON
A B
Afb. 41: positie van jumper op RS485
i
Als er meerdere apparaten op één gegevenskabel zijn aange-
sloten, moet u bij het laatste apparaat een weerstand van 120
Ω activeren. U kunt de weerstand activeren door de jumper op
'ON' te zetten, zoals op Afb. 41 „positie van jumper op RS485"
op pagina 25 te zien is.
Het apparaat beschikt mogelijk over een optionele RS485-interface. Met
een twee-aderige gegevenskabel kunt u tot veertien apparaten op een
computer of PLC aansluiten. Daarbij dient het Modbus-RTU-protocol als
protocol voor de gegevensoverdracht. U kunt de adressen 1 tot 14 ge-
bruiken. De adressen 0 en 15 zijn gereserveerd voor interne doeleinden
en worden niet ondersteund.
RS485 Modbus-instellingen:
Baudsnelheid: 9600
n
Woordlengte: 8 bit
n
Stopbit: 1 bit
n
Pariteit: geen
n
U kunt maximaal 40 adressen in één keer uitlezen.
n
De lijst van de Modbus-commando's is te vinden in hoofdstuk 14 „Mod-
bus-adressen TOPAX® MC" op pagina 52.
Voer de volgende stappen uit:
1. Open de behuizing van het apparaat.
2. Sluit een twee-aderige kabel op de klemmen A en B van de
RS485-module aan.
3. Verbind het apparaat met uw netwerk.
Het apparaat is met het netwerk verbonden.
ü
Bedieningsvoorschrift
OFF
A B
Installatie
25