Meerkanaalsregelaar TOPAX
MC
®
Start de configuratiewizard handmatig in Menu 2 > Instellin-
i
gen > Configuratie > 'Configuratiewizard'.
9.3 Wachtwoordbescherming
De wachtwoordbeveiliging van het apparaat is standaard gedeactiveerd.
U kunt het apparaat op drie niveaus met wachtwoorden beveiligen tegen
toegang tot bepaalde functies. Het huidig ingestelde niveau wordt u ge-
toond in de linkerbovenhoek naast het slot-pictogram.
1e niveau: hier zijn alleen eenvoudige instellingen vrijgegeven. Dit ni-
n
veau is geschikt voor dagelijkse werkzaamheden.
2e niveau: hier is het configureren van de in- en uitgangen en het af-
n
stellen van de sensoren vrijgegeven. Dit niveau is nodig voor de confi-
guratie van het apparaat en mag alleen door ervaren gebruikers wor-
den gebruikt.
3e niveau: hier is het servicemenu vrijgegeven. Dit niveau wordt
n
voornamelijk gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden, zoals het
vervangen van sensoren, software-updates of netwerkinstellingen.
Hier bestaat bovendien de mogelijk om wachtwoordbeveiliging voor
afzonderlijke niveaus te activeren.
i
De volgende wachtwoorden zijn standaard ingesteld:
1e niveau: 0001
2e niveau: 0002
3e niveau: 0003
Wachtwoordbeveiliging configureren
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op het hangslotpictogram in de linkerbovenhoek om de wacht-
woordbeveiliging te configureren.
2. Wachtwoordbescherming actief: Selecteer of de wachtwoordbe-
veiliging moet worden gedeactiveerd of geactiveerd en voor welke
niveaus de wachtwoordbeveiliging geldt. Het deactiveren van de
wachtwoordbeveiliging en het activeren van de wachtwoordbeveili-
ging voor afzonderlijke niveaus is alleen mogelijk als u op niveau 3
bent aangemeld.
i
De wachtwoordbeveiliging moet zijn geactiveerd om de
volgende stappen te ontgrendelen.
3. Druk op een van de drie wachtwoordniveaus waar u zich in wilt aan-
melden.
4. Aanmelden: meld u met het wachtwoord bij het gekozen wacht-
woordniveau aan.
5. Wachtwoord wijzigen: u kunt het wachtwoord van het niveau wijzi-
gen waar u bij bent aangemeld.
De wachtwoordbeveiliging is geconfigureerd.
ü
i
Bij het invoeren van het wachtwoord worden de tekens met
asterisken versleuteld. Als u wilt dat het wachtwoord wordt
weergegeven wanneer u typt, gaat u naar Instellingen >
Weergave 2 en vinkt u 'Wachtwoord in gewone tekst' aan.
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
220914
Als u het wachtwoord bent vergeten, kunt u met de juiste
i
machtiging een masterwachtwoord aanvragen en zo de
wachtwoorden resetten.
9.4 Netwerkinstellingen
U moet mogelijk enkele instellingen uitvoeren om het apparaat in een
netwerk te kunnen gebruiken.
Meer informatie over het gebruik van het apparaat in een netwerk vindt u
in hoofdstuk 11.8 „Gebruik via een netwerk" op pagina 45.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 2 via 'Service' naar het tabblad 'Netwerk'.
2. Configureer in het tabblad 'Netwerk' de interface en stel het volgen-
de in.
3. IP-adres: Geef het apparaat een uniek IP-adres waar het via het net-
werk kan worden bereikt. Als dit IP-adres al door een ander apparaat
wordt gebruikt, kunnen fouten optreden.
4. Subnetmasker: voer het subnetmasker in.
5. Gateway: Voer de gateway in.
6. DNS-server: Voer de DNS-server in.
7. TFTP-server: 'Aan' = toegang via TFTP-protocol in het appraatge-
heugen geactiveerd. 'Uit' = toegang via TFTP-protocol in het appa-
raatgeheugen gedeactiveerd.
8. Modbus-RTU-adres: Geef het apparaat een cijfer tussen 1 en 14 als
het apparaat over een RS485-netwerkaansluiting beschikt.
De netwerkinstellingen zijn opgeslagen.
ü
BA-46020-05-V06
Bedieningsvoorschrift
Eerste stappen
29