e) Regensensor kalibreren
Het meetsysteem van de regenhoeveelheid –sensor is af fabriek al ingesteld op een
hoge nauwkeurigheid, daarom is normaalgesproken een afstelling niet nodig.
Een afstelling is alleen nodig indien een hoge precisie gevraagd wordt.
De procedure voor het afstellen duurt behoorlijk lang (minimaal 10 minuten) en moet
zeer exact en nauwgezet uitgevoerd worden, omdat anders de nauwkeurigheid veel
minder is dan de al aanwezige nauwkeurigheid.
Voordat u met de afstelling begint zet u eerst een eventueel opgetelde waarde voor
de regenhoeveelheid op nul terug (totaal regenhoeveelheid- weergave staat op nul).
Bovendien moet de eenheid van de regenhoeveelheid voor de kalibrering ingesteld
zijn op "mm" of "l/m
Controleer of de regenhoeveelheid –sensor schoon (opvangtrechter, afloopopening,
telwip) en de telwip droog is.
Voor de exacte kalibrering handelt u als volgt:
1. Giet zeer langzaam (verdeeld over 10 minuten) 100 ml schoon water in de opvangtrechter
van de regensensor.
Let op!
Te snel gieten vervalst het meetresultaat! Giet het water zo langzaam in de trechter,
dat er op geen enkel moment water in de trechter staat.
Denk er aan dat zelfs bij heel veel neerslag slecht een paar regendruppels in de
opvangtrechter terecht komen.
2.
De weergegeven totale hoeveelheid moet nu 6,5 l/m
3.
Als er een afwijkende waarde getoond wordt, dan kan de zogenoemde wipwaarde nieuw
berekend worden:
Nieuwe wipwaarde = Werkelijke waarde (aanduiding na het ingieten van het water)
4. In het configuratiemenu (systeemmenu "RAIN CAL") moet deze nieuwe waarde ingevoerd
worden. Deze wordt altijd in ml/wipslag aangegeven).
De instelling af fabriek is 295 ml/wipslag:
•
2
.
"
6,5 x actuele wipwaarde
2
bedragen.
47