11. Sensor- status- aanduiding
In het veld voor de buitensensor ("OURDOOR") wordt via een klein zendtorensymbool de
status van de sensor aangeduid:
Zendtoren- symbool verschijnt permanent
Zendtoren- symbool knippert
Geen zendtoren- symbool
12. Radiografische tijdsontvangst
•
Direct na het inschakelen start het weerstation een poging tot ontvangst van het
zendergestuurde DCF-77- tijdsignaal om automatisch de actuele tijd in te stellen.
•
Als het weerstation het tijdsignaal ontvangt wordt de tijd en het datum automatisch
geactualiseerd en een klein zendtorensymbool verschijnt tussen deze weergaven.
•
Dagelijks om 04:00 uur doet het weerstation een poging voor het synchroniseren met de
DCF77- zender.
•
Als er geen DCF77-ontvangst mogelijk is werkt de interne klok als kwartsklok.
•
Een DCF77- ontvangst kan, indien nodig, uitgeschakeld worden (zie menu
"SYSTEM/DCF").
13. Waarschuwing voor opvallend weer
In het weergavenveld voor de weersvoorspelling verschijnt een waarschuwingssymbool
wanneer de luchtdruk snel daalt. Dit wijst op bijv. een opkomende storm of een onweer.
14. Vorstwaarschuwing
In het weergavenveld voor de weersvoorspelling verschijnt een sneeuwvlokje- symbool
wanneer de gemeten temperatuur op de combisensor onder de +4° C komt.
Sensor wordt juist ontvangen
Sensor wordt sinds 40 minuten niet ontvangen
Sensor niet aanwezig, permanente storing of defect
40