5. Regen – direct – aanduiding
Beginnende regen wordt bij de volgende data –overdracht van de combisensor naar het
weerstation gemeld en wordt weergegeven door een regenwolk in het veld "RAIN" en door de
geopende paraplu van "Weer -Willi".
6. Comfort –indicator
De comfort –indicator (
opzichte van luchtvochtigheid) weer. Een waardetabel betreffende het weergavengebied vindt
u in de bijlage.
7. Verloopaanduiding ("History")
Het balkdiagram toont het verloop van de luchtdruk, van de buiten – of binnentemperatuur
voor de afgelopen 24 uur. De aparte kolommen stellen hier geen absolute waarden voor, maar
het verschil met de actuele meetwaarde (0h –kolom). Dit referentiepunt bevindt zich steeds in
het midden (4 kolommen), opdat de tendens in één oogopslag herkend kan worden.
8. Datageheugen
Als het datageheugen bijna vol is, verschijnt er in de menuregel de mededeling:
Raak de menuregel aan ter bevestiging en lees de complete data via de computer uit.
9. Data- overdracht naar de combisensor ("WAIT FOR TRANSMISSION")
Als in de menuregel "WAIT FOR TRANSMISSION" verschijnt dan worden vanaf het
weerstation gegevens naar de combisensor gestuurd, bijv. de activering van de LIVE- modus
of de configuratiedata voor de zonneschijnduur.
Deze procedure kan een paar minuten duren, in deze tijd kan het weerstation niet
bediend worden.
10. Temperatuur tendens- weergave
Rechts naast de temperatuurweergave in de weergavenvelden "INDOOR" en "OUTDOOR"
verschijnt een tendenspijl indien de temperatuur bij de laatste zendinterval zich naar boven (pijl
naar boven) of naar beneden (pijl naar beneden) verandert heeft.
) geeft het klimaat in de kamer (verhouding van temperatuur ten
39