Hoofdstuk 3 - Veiligheid en preventie
44
•
verstrek de bediener oorkappen of oordoppen, naargelang het geluid aanwezig op de
werkplaats. Voor de waarde van de geluidsemissie de paragraaf 2.13 raadplegen.
AANDACHT! De bediener, het onderhoudspersoneel en het personeel belast met de reiniging
moet hoe dan ook de normen voor ongevallenpreventie in acht nemen, geldig in het land
waarin de machine is geïnstalleerd.
3.2 BESCHERMINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE MACHINE IN
ALLE VEILIGHEID - CONTROLES EN INSPECTIES -
GEVARENZONES
1) GEÏNSTALLEERDE BESCHERMINGEN EN INRICHTINGEN
De veiligheid van de bediener is verzekerd door vaste en mobiele beschermingen in staalplaat
en plexiglas die de toegang van de bediener beletten tot de gevaarlijke zones van de machine
en door de inrichtingen beschreven in deze paragraaf.
Bij iedere inschakeling voert de machine via een procedure voor zelfafstelling controles uit op
bepaalde mechanische en elektronische onderdelen. Meer bepaald wordt bij deze serie een
controle uitgevoerd op de lasbalk, op de pusher, op de pusher met ketting en op de band die
de kartonnen tussenlagen verplaatst.
Fig. 3.2.1
LET OP! Het is ten strengste verboden de magnetische sensoren op de mobiele deuren uit te
sluiten omdat dit zeer gevaarlijke situaties voor de bediener kan opleveren.
Wanneer de mobiele deuren in
"AUTOMATISCHE" werkwijze worden
geopend, deactiveren de sensoren
(A) de beweging van alle onderdelen
die als gevaarlijk worden beschouwd.
Deze sensoren bevinden zich op de
zijdeuren, op de hoofddeur en op de
deur van het magazijn met kartonnen.
(deze laatste waar die aanwezig is)
In
"MANUELE"
werkwijze
bepaalde
handelingen
toegestaan. In dit geval moet u
aandachtig
de
aanwijzingen
procedures
beschreven
hoofdstukken 5 en 6 uitvoeren.
zijn
echter
en
in
de