Hoofdstuk 8 - Storingen en defecten - Hoe op te lossen
PROBLEEM
BEVEILIGING TUNNEL
STORING RELAY
158
GEEN DRUK
VERSTOPPING
STORING B6
KARTON BIJNA OP
KARTON IS OP
OORZAAK
Een besturingssysteem
detecteerde een storing
van
de
relais,
de
weerstanden
en
de
ventilatoren
van
de
oven.
Geen sluiting van het
contact aanwezig op de
veiligheidsrelais
62.KM.8.
Geen
lucht
in
het
systeem
of
ontoereikende
luchtstroom.
Sommige
producten
verhinderen de normale
werking
van
de
duwinrichting.
De fotocel begin cyclus
kan de aanwezigheid
van het product niet
lezen.
De kartonnen flappen
aanwezig
in
het
magazijn raken op.
De
afwezigheid
van
kartonnen flappen in het
magazijn
wordt
aangegeven.
GEVOLG
Het probleem kan toe te
schrijven
zijn
aan
het
loskomen
van
de
thermische
beveiligingen
van de ventilatoren, die op
hun beurt ingrijpen op de
voeding van de relais van
de weerstanden, of aan de
storing van deze relais.
Als de fout zich voordoet
net
na
de
machine
ingeschakeld is, betekent
dit dat de relais dicht
gebleven is.
Als de fout zich voordoet
na gedrukt te hebben op
de toets Power, betekent
dit dat de relais niet dicht
gaat.
De pneumatisch gevoede
systemen
werken
niet
omdat er geen lucht in het
systeem is.
De
fotocel
54.B.1
detecteert
de
aanwezigheid
van
een
voorwerp dat de zone
tussen de productstop en
de
duwinrichting
belemmert.
Vanaf het moment dat de
stoppen geopend worden,
berekent het programma
de werkingstijd van de
aanvoerband
van
de
machine.
Na
een
welbepaalde tijd zonder
signaal van de fotocel B6
treedt dit alarm op.
De
fotocel
54.B.2
detecteert de afwezigheid
van karton. De reserve
begint.
De machine valt stil.
OPLOSSING
Controleer
de
correcte
werking
van
de
relais
62.KM.4-62.KM.5-62.KM.6-
62.KM.7 en de themische
beveiligingen
van
ventilatoren F2 en F3. (deze
laatste is alleen aanwezig op
de modellen met dubbele
thermische kamer)
Controleer de hulpcontacten
van het veiligheidscircuit van
de relais.
Controleer
de
correcte
elektrische werking van de
relais 62.KM.8 en vervang de
relais als dat nodig is.
Controleer of het systeem de
nodige lucht aanvoert en of er
geen breuken zijn.
Controleer de werking van de
drukmeter 50.B.1.
Controleer de zone van de
stoppen en verwijder het
voorwerp dat hindert.
Controleer het signaal en de
werking
van
de
fotocel
54.B.1.
Controleer of de fotocel B6
het product leest.
Regel de leessterkte van de
fotocel.
Controleer het sigaal en de
elektrische bedrading van de
fotocel.
Voeg kartonnen flappen toe
aan het magazijn.
Regel de parameter "Reserve
karton"
Vul het magazijn aan met
meer karton.
de