Opmerkingen omtrent uw veiligheid
~
Gebruik uw toestel enkel in inge-
bouwde toestand. Enkel dan is een vei-
lige werking gewaarborgd.
~
Open in geen geval de ommanteling
van het toestel. Wanneer u aan-
sluitingen onder spanning aanraakt of
de elektrische en mechanische con-
structie wijzigt, kan dat voor u gevaar
opleveren. Het kan ook tot storingen in
de werking van het toestel leiden.
~
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele Miele-
-vervangstukken. Enkel dan bent u ze-
ker dat ze ten volle voldoen aan de ei-
sen die Miele qua veiligheid stelt.
~
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen
geen stopcontactenblokken of verleng-
snoeren om het toestel aan te sluiten.
Die bieden niet voldoende veiligheids-
garanties. Er bestaat onder meer ge-
vaar voor oververhitting.
~
Tijdens installatie-, onderhouds- en
reparatiewerken moet het toestel van
het stroomnet losgekoppeld zijn. Het
toestel is pas stroomloos als aan een
van deze voorwaarden is voldaan:
– De zekeringen op uw elektrische in-
stallatie zijn uitgeschakeld.
– De schroefzekeringen op uw elek-
trische installatie zijn helemaal uitge-
draaid.
– De stekker is uit het stopcontact ge-
trokken.
Trek bij toestellen met stekker niet
aan het snoer maar aan de stekker
om het toestel los te koppelen van
het stroomnet.
8
Efficiënt gebruik
Neem de volgende tips in acht om
de goede reiniging van
geneeskundige producten en deli-
caat laboratoriumglas te garande-
ren, om de patiënten niet in gevaar
te brengen en om schade te ver-
mijden!
~
Wanneer het toestel voor door de
overheid voorgeschreven ontsmet-
tingen gebruikt wordt, moeten (afhan-
kelijk van het model) de
dampcondensor en zijn verbindingen
met de spoelruimte en de
machineafvoer bij een reparatie of een
vervanging gedesinfecteerd worden.
~
Bij door de overheid voorgeschre-
ven ontsmettingen mag het programma
na de start niet onderbroken worden
door het toestel uit te schakelen (I-0
toets). Ook bij de andere programma's
mag het programma niet onderbroken
worden, omdat anders het resultaat van
de verschillende stappen - reiniging,
ontsmetting en naspoelen - onvoldoen-
de kan zijn. In het andere geval moet
het programma volledig worden her-
haald.
~
De gebruiker moet kunnen aantonen
dat de normen op het vlak van reiniging
en ontsmetting in de praktijk gehaald
worden. De procédés moeten geregeld
op thermo-elektrische wijze en/of met
chemische resp. biologische
indicatoren getest worden, terwijl ook
de resultaten gecontroleerd moeten
worden. Dat moet met documenten
aangetoond kunnen worden.