BINNENVERLICHTING (2/2)
10
Sfeerverlichting 10
Deze gaat branden:
– bij het openen van de opberglade;
– bij het openen van een van de portieren.
Deze dooft als de betreffende portieren
goed gesloten zijn en na enige tijd;
– samen met het inschakelen van de mar-
keringslichten.
11
Verlichting bagageruimte 11
Deze gaat branden bij het openen van de
bagageruimte.
Wanneer de portieren correct gesloten
zijn, doven het binnenlicht en de andere
lichten bij het vergrendelen of starten
van de motor.
3.17