7. Verwijder de bouten en de moeren en trek beide
bevestigingsbeugels van de maaieenheid omlaag uit de
vooras (Fig. 39).
1
Figuur 39
1. Bevestigingsbeugels
Belangrijk
Verwijder de pen en de ring op de
stelbeugel van de maaieenheid (Fig. 40). Schuif de beugel
van de bevestigingspen. Herhaal dit aan de andere kant van
de maaieenheid.
2
4
m–1805
Figuur 40
1. Pen en ring
2. Lange stang
3. Stelbeugel
8. Verwijder de pen en de ring van het uiteinde van de
lange stang (Fig. 40). Schuif de stang uit de
bevestigingsbeugel van de maaieenheid. Herhaal dit aan
de andere kant van de maaieenheid.
Belangrijk
Zet de lange stangen met tape of touw vast
aan het chassis om ze te beschermen tegen beschadiging als
u de maaieenheid verwijdert.
1
m–1888
1
3
1
4. Bevestigingsbeugel van
maaieenheid
31
9. Verwijder de drijfriem van de maaieenheid van de
motorpoelie (Fig. 41). Als u voorzichtig te werk gaat,
kunt u de riemgeleider(s) net genoeg van de poelie af
drukken, zodat u de aandrijfriem kunt verwijderen. Als
u de riem niet op deze manier kunt verwijderen, draait u
de bevestigingsbouten en -moeren van de riemgeleiders
los.
Belangrijk
De riemgeleiders niet van de poelie af
buigen, omdat de aandrijfriem dan niet goed werkt als u de
maaimachine later weer monteert.
3
1
Figuur 41
Bovenaanzicht
1. Drijfriem van maaieenheid
2. Motorpoelie
3. Riemgeleider
10. Draai de voorwielen helemaal naar links. Schuif de
maaieenheid naar rechts uit om deze te verwijderen.
2
4
5
m–1898
4. Spanpoelie
5. 32" maaieenheid