7. Zodra de motor start, zet u de gashendel langzaam op
Snel (Fig. 9). Als de motor afslaat of hapert, moet u de
gashendel weer enkele seconden op Choke zetten. Zet
vervolgens de gashendel weer op Snel. Herhaal dit
indien nodig.
Figuur 7
1. Rijsnelheidshendel
2
1
Figuur 8
1. Uitgeschakeld
2. Ingeschakeld
Figuur 9
1. Choke
2. Snel
1
m–1893
3
m–1852
3. Maaikoppelingshendel
(aftakas)
1
2
3
m–1859
3. Langzaam
15
3
Figuur 10
1. Starten
2. Aan
Stoppen
1. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 9).
2. Draai het contactsleuteltje op Uit (Fig. 10).
Het veiligheidssysteem
Voorzichtig
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van de machine.
Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken.
Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
Controleer elke dag de werking van de
interlockschakelaars en vervang beschadigde
schakelaars voordat u de machine weer in
gebruik neemt.
Vervang schakelaars om de twee jaar ongeacht
of ze wel of niet naar behoren functioneren.
Werking van het veiligheidssysteem
Het veiligheidssysteem is bedoeld om starten van de motor
alleen mogelijk te maken wanneer:
de koppeling/het rempedaal ingetrapt is,
De aftakas is uitgeschakeld.
Het veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor wordt
gestopt als u de bestuurdersstoel verlaat terwijl de
koppeling/het rempedaal niet is ingetrapt of het maaimes is
ingeschakeld.
2
1
3. Uit