Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse 13-32H
Pagina 1
Form No. 3329-208 13-32H Wheel Horse Rijdende maaimachine met achterin gemonteerde motor Modelnr. 70184 – Serienr. 230000001 en hoger Gebruikershandleiding Vertaling van de oorspronkelijke versie (NL)
In deze handleiding is een systeem gebruikt om mogelijke Instructie gevaren aan te duiden en u te attenderen op bijzondere Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat aanwijzingen om lichamelijk (mogelijk dodelijk) letsel van u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet u en anderen te voorkomen.
Voor ingebruikname Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Wees extra voorzichtig als u rijdt op met gras begroeide hellingen. Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en Om te voorkomen dat de machine kantelt: stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen –...
– voordat u verstoppingen losmaakt of de De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die afvoertunnel ontstopt; specifiek zijn toegesneden op Toro-producten, of andere veiligheidsinstructies die niet zijn opgenomen in de – voordat u de maaimachine gaat controleren, CEN-norm. schoonmaken of andere werkzaamheden gaat uitvoeren;...
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 105-0532 1. Maaimes inschakelen. 99-2986 1. Ledematen van omstanders kunnen bekneld raken/afgesneden worden – Draai nooit het sleuteltje om als er kinderen in de buurt zijn.
Pagina 10
Geperst in de vloer bij het tractiepedaal 1. Vooruit 106-2941 1. Duw de hendel in om de 2. Trek de hendel uit om met machine voort te duwen. de machine te rijden. Geperst in de vloer bij het tractiepedaal 1. Neutraalstand Geperst in de vloer bij het tractiepedaal 1.
Benzine en Olie Gebruik van stabilizer/conditioner Aanbevolen benzine Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine biedt de volgende voordelen: Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). U mag ook gelode normale Houdt de benzine vers gedurende een stalling van benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine maximaal 90 dagen.
Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt. m-5951 Parkeerrem gebruiken Figuur 3 Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine 1.
De maaihoogte instellen 4. Zet de gashendel op Choke (Fig. 7). Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op de gewenste maaihoogte. De maaihoogte kan in vier standen worden gezet, van ongeveer 3,8 tot 9 cm. 1. Schakel de aftakas uit. 2.
Vooruit en achteruit rijden Voorzichtig Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen 1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten, terwijl deze onbeheerd staat.
Het Veiligheidssysteem Gevaar gebruiken Wanneer u achteruit rijdt terwijl het maaimes of Voorzichtig een ander werktuig in gebruik is, bestaat het gevaar dat u een kind of een andere omstander overrijdt, met ernstig letsel of de dood tot gevolg. Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking Niet in de achteruit-stand maaien, tenzij dat strikt noodzakelijk is.
Start: De startmotor mag nu niet draaien. Als dit wel gebeurt, is er een defect in het veiligheidssysteem en moet u dit laten repareren door een erkende Toro-dealer. Als de motor niet start, gaat u verder met stap 3. 3. Neem plaats op de bestuurdersstoel, zet het tractiepedaal in de neutraalstand en schakel de aftakas uit.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Schakel de aftakas uit. 3. Stel de parkeerrem in werking. 4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn. 5. Verwijder het contactsleuteltje. 6. Til de grasvanger op en verwijder de R-pen, de 2 ringen en de gaffelpen waarmee de afvoerbuis is bevestigd aan de achterplaat (Fig 13).
9. Verwijder de bout, de ring en de moer waarmee de Afvoertunnel monteren uiteinden van de 2 strips aan elkaar vastzitten (Fig. 15). Gevaar Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter of complete grasvanger kunnen u of anderen in aanraking met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen.
14. Verbind de uiteinden van de 2 strips rond de Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per afvoertunnel zoals wordt getoond (Fig. 15). jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden, wat een goede gewoonte is, moet u in het vroege voorjaar 15.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure De bandenspanning controleren. Motoroliepeil controleren. Veiligheidssysteem controleren. Na elk gebruik Maaikast reinigen. De parkeerrem controleren. Controleren op losse onderdelen. Om de 5 bedrijfsuren Maaimes controleren.
Motoroliepeil controleren 4. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand gekomen zijn. Controleer het oliepeil om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. 5. Verwijder het contactsleuteltje. Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en daarna 6.
Olie verversen Onderhoud van de accu 1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accu en de accubak schoon te maken. Als Opmerking: Warme olie kan beter afgetapt worden. de accupolen zijn gecorrodeerd, moet u deze schoonmaken 2.
Accu monteren Accu bijvullen met water 1. Plaats de accu in de accubak in het chassis. U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water net voordat u het voertuig gaat gebruiken. Het water 2. Bevestig de pluskabel (rood) met behulp van de bout, vermengt zich dan goed met het accuzuur.
5. Daarna maakt u de oplaadkabels los van de 5. Verwijder de motorkap. accuklemmen (Fig. 20). 6. Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te voorkomen dat vuil in de motor komt en schade veroorzaakt. 7. Knop losdraaien en luchtfilterdeksel verwijderen (Fig.
Papierelement reinigen Onderhoud van de bougie 1. Klop het element voorzichtig tegen een vlak oppervlak Controleer de bougie om de 25 bedrijfsuren. Monteer om om vuil en stof te verwijderen (Fig. 23). de 100 bedrijfsuren een nieuwe Champion RJ-19LM of een bougie van een equivalent type.
Bougie controleren Machine smeren 1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 25). Als de U dient de machine om de 25 bedrijfsuren of jaarlijks met isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar een smeervet voor algemene doeleinden te smeren, waarbij behoren.
Benzine aftappen uit de 10. Schuif de slangklem over de slang heen tot dicht bij het filter om de slang op het filter vast te zetten. brandstoftank 11. Plaats de motorkap terug. Gevaar Brandstoffilter vervangen In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst Vervang het brandstoffilter om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks, ontvlambaar en zeer explosief.
Onderhoud van het maaimes Het maaimes verwijderen 1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u het tot stilstand gekomen zijn. maaimes scherp houden. Een extra maaimes vergemakkelijkt het slijpen en vervangen. 2.
Het maaimes slijpen Maaidek horizontaal stellen 1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden Als de machine ongelijkmatig maait en het maaimes is niet van het mes te slijpen (Fig. 30). Houd daarbij de krom, moet u het maaidek horizontaal stellen. oorspronkelijke hoek in stand.
Onderkant van het maaidek 11. Verwijder het contactsleuteltje. wassen 12. Draai de kraan dicht en maak de snelkoppeling los van de wasaansluiting. Telkens nadat u de machine heeft gebruikt, moet u de Opmerking: Als de machine na één wasbeurt niet schoon onderkant van het maaidek wassen om te voorkomen dat er is, moet u deze 30 minuten laten inweken.
Reiniging en stalling D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. 1. Schakel de aftakas uit. E. Bedien de choke of hulpstarter. 2. Stel de parkeerrem in werking. F. Start de motor totdat deze niet meer start. 3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen G.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakas uit. 2. De parkeerrem is niet in 2. Stel de parkeerrem in werking. werking. 3. De accu is leeg. 3.
Pagina 34
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De motor verliest vermogen. 1. De motor is te zwaar belast. 1. Verminder de rijsnelheid. 2. Het luchtfilterelement is vuil. 2. Het luchtfilterelement reinigen. 3. Het oliepeil in het carter is te 3. Het carter bijvullen met olie. laag.
Pagina 35
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De maaikwaliteit is slecht. 1. Het maaimes is versleten. 1. Maaimes slijpen of vervangen. 2. De maaihoogte is verkeerd. 2. Maaihoogte instellen. De grasvanger wordt niet gevuld. 1. De maaihoogte is te laag. 1. Instellen op een hogere maaistand.