Inbouw
"Zware" brandscheidingen > Natte montage
5.8.1 Natte montage
Afb. 38: Natte montage in brand- resp. veiligheidsscheidingswand
1
FKR-EU
2
Mortel
3
Brand- resp. veiligheidsscheidingswand
4
Dagkant, naar keuze
5
Bekleding
6
Staalplaatinlage (conform de wandopbouw)
Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Ä „Mortel voor de natte montage" op pagina 17
Mortel
Vereisten
Brandwerendheidsklasse tot EI 90 S
"Zware" brandwanden met metalen profielen en beplating aan beide zijden, W ≥ 100 mm, verdere specificaties
Ä op pagina 45.
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm
Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 200 mm (afzonderlijke inbouwopening) Bij de inbouw "flens tegen flens" is
de afstand van twee kleppen naar elkaar 40...120 mm resp. 80...120 mm bij flensuitvoeringen (één inbouwope-
ning). Montage "flens tegen flens" alleen voor even grootte brandkleppen.
Aansluiting van het luchtkanaal kan met elastische aansluitingen (aanbevolen)
1.
"Zware" brandwanden volgens de opgaven van de fabrikant uitvoeren en de sparing maken
2.
Brandklep in de uitsparing schuiven en vastzetten. Daarbij op de maat [z] letten, zie Afb. 38.
Bij wanddikten > 115 mm de brandklep van een verlengdeel of een spirokanaal aan de inbouwzijde verlengen
(meegeleverd of door deden te leveren).
3.
De omlopende spleet »s« moet over de gehele wanddikte met mortel opgevuld worden.
48
7
Mineraalwol (conform de wandopbouw)
z
Ronde steekverbinding 370 mm,
Flensuitvoerring 342 mm
*
De maat indien nodig met de dikte van de dagkant
vergroten
tot EI 90 S
Ⓐ
Inbouwzijde
Ⓑ
Bedieningszijde
Brandklep Serie FKR-EU
Ä op pagina 45.