Inhoudsopgave
Advertenties
Afb. 24: Natte montage in een systeemwand, "flens tegen flens", onder elkaar (afgebeeld) resp. naast elkaar
FKR-EU (vanaf ∅DN = 450 mm)
1
2
Mortel
3
Systeemwand
4
Dagkant (aan het metalen profiel geschroefd) zie
inbouwdetail Afb. 22
5
Mineraalwol, conform de wandopbouw
z
Ronde steekverbinding 370 mm,
Flensuitvoerring 342 mm
Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Mortel
Ä „Mortel voor de natte montage" op pagina 17
Vereisten
Brandwerendheidsklasse tot EI 90 S
Systeemwand, veiligheidsscheidingswand of stralingswerendewand met metalen stijlen of een stalen ondercon-
structie met beplating aan beide zijden, W ≥ 98 mm, verdere specificaties
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm (75 mm bij F30-lichte systeemwanden).
Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 200 mm (afzonderlijke inbouwopening). Bij de inbouw flens tegen flens is
de afstand van twee kleppen tegenelkaar 40...120 mm resp. 80...120 mm bij de flensuitvoering (één inbouwope-
ning). Montage "flens tegen flens" alleen voor even grootte brandkleppen. De afstand van twee kleppen naast
elkaar in een F30-lichtesysteemwanden bedraagt ≥ 200 mm.
Aansluiting van het luchtkanaal kan met elastische aansluitingen (aanbevolen)
1.
Lichte scheidingswand volgens de opgave van de fabrikant opbouwen en de sparing maken
2.
Brandklep in de uitsparing schuiven en vastzetten. Daarbij op de maat [z] letten, zie Afb. 22 tot Afb. 24.
Bij wanddikten > 115 mm de brandklep van een verlengdeel of een spirokanaal aan de inbouwzijde verlengen
(meegeleverd of door deden te leveren).
3.
De omlopende spleet »s« moet over de gehele wanddikte met mortel opgevuld worden.
*
De maat indien nodig met de dikte van de dagkant
vergroten
#
bij flensuitvoering 80...120 mm
tot EI 90 S
Ⓐ
Inbouwzijde
Ⓑ
Bedieningszijde
Brandklep Serie FKR-EU
Flexibele wanden > Natte montage
Ä op pagina 29.
Ä op pagina 29.
Inbouw
33
Advertenties
Inhoudsopgave
