Inbouw
Massief plafond > Natte montage in massief plafond
Personeel:
Vaklieden
Materialen:
Mortel
Ä „Mortel voor de natte montage" op pagina 17
Vereisten
Brandwerendheidsklasse tot EI 120 S
Massieve plafonds zonder holle ruimten van beton of cellenbeton, soortelijke massa ≥ 600 kg/m³ en D ≥ 100 mm
(gebruikelijk opgedikt tot D ≥ 150 mm)
Afstand van de brandklep tot dragende bouwdelen ≥ 40 mm
Afstand tussen twee brandkleppen ≥ 40 mm, bij flensuitvoering ≥ 80 mm ("flens tegen flens"). Bij de montage
van twee kleppen in een gemeenschappelijke sparing is het mortelbed tot maximaal 120 mm tussen de brand-
kleppen begrenst (bewapening volgens de statische voorwaarden).
Inbouwopening door een kernboring of een sparing maken en de gebruikelijke statische eisen aanhouden. ∅D
1.
= ∅DN + maximaal 180 mm.
2.
Brandklep in de uitsparing schuiven en vastzetten. Daarbij op de maat [z] letten, zie Afb. 9 tot Afb. 16.
Brandkleppen met verlengdeel of met spirokanaal aan de inbouwzijde verlengen.
3.
De omlopende uitsparing »s« volledig met mortel opvullen. De mortelbeddikte mag niet minder dan 100 mm
100 mm bedragen.
Inbouw bij het storten van de vloer
De brandklep kan bij de plaatsing van de vloer direct mee ingebouwd worden, daarbij kan dan de omlopende
uitsparing »s« vergeten worden.
24
Brandklep Serie FKR-EU