Inhoudsopgave
Advertenties
Storingzoeken bij foutcodes – foutcodes 076 tot 101, 276 tot 301
Foutcode
Naam
nummer
076
Te lage stroom
Primair
op CS4
Alleen voor
276
HPR400XD
Secundair
Geen
093
koelvloeistofstroom
095
Te hoge stroom
Primair
op CS4
Alleen voor
295
HPR400XD
Secundair
Faseverlies bij
initialisatie
098
Alleen voor
HPR400XD
HPR800XD
099
Te hoge
Primair
temperatuur
chopper 1 tijdens
299
opstarten
Secundair
Te hoge
temperatuur
100
chopper 2 tijdens
Primair
opstarten
300
Alleen voor
Secundair
HPR260XD
HPR400XD
Te hoge
101
temperatuur
Primair
magnetisch
301
systeem tijdens
Secundair
opstarten
HPR130XD Manual Gas – 806325
Omschrijving
Een stroom van minder dan
10 A is gedetecteerd door
stroomsensor 4.
Het signaal van
de koelvloeistofstroom
is verdwenen of niet
ontvangen.
Een stroom van meer dan
35 A is gedetecteerd
door stroomsensor 4.
Het systeem heeft
inkomende fasespanning
waargenomen bij
het opstarten, vóór
de schakelaar geactiveerd
was.
Chopper 1 geeft tijdens
het opstarten een te hoge
temperatuur aan.
Chopper 2 geeft tijdens
het opstarten een te hoge
temperatuur aan.
De hoofdtransformator
meldt oververhitting
tijdens het opstarten.
Corrigerende maatregel
Zie de choppertest verderop in dit hoofdstuk.
1. Volg de startprocedure als dit een nieuw systeem is.
2. Controleer of het koelvloeistoffilter in goede staat is.
3. Voer een test van de koelvloeistofstroom uit (zie hoofdstuk
Onderhoud).
4. Controleer of de CNC het plasmastartsignaal minimaal
10 seconden aanhoudt om een pomp met een time-out
gelegenheid te geven opnieuw aan te gaan.
Zie de choppertest verderop in dit hoofdstuk.
1. Controleer de fase-naar-fasespanning naar de stroombron.
2. Ontkoppel de spanning naar de stroombron, verwijder het deksel van
de schakelaar en controleer de contacten op buitensporige slijtage.
3. Controleer de voedingskabel, de stekker en de input naar
de chopper op losse verbindingen.
4. Controleer de faseverlieszekeringen op de stroomverdeelkaart.
Vervang de kaart als zekeringen zijn gesprongen.
5. Voer een faseverliestest uit (zie hoofdstuk Onderhoud).
1. Controleer of de temperatuursensor van de chopper niet
is overbrugd en of de draden naar de temperatuurschakelaar in de
bedrading niet zijn kortgesloten en of de sensor niet open is.
2. Als er geen kabelbrug aanwezig is, is de chopper oververhit
en moet deze afkoelen tot 83 °C.
1. Controleer of de temperatuursensor van de chopper niet
is overbrugd en of de draden naar de temperatuurschakelaar in de
bedrading niet zijn kortgesloten en of de sensor niet open is.
2. Als er geen kabelbrug aanwezig is, is de chopper oververhit
en moet deze afkoelen tot 83 °C.
1. Controleer of de temperatuursensor van de transformator niet
is overbrugd en of de draden naar de temperatuursensor in de
bedrading niet zijn kortgesloten.
2. Controleer of de sensor niet open of kortgesloten is. Als dit
inderdaad niet het geval is, is de hoofdtransformator oververhit
en heeft deze tijd nodig om af te koelen tot 150 °C.
ONDERHOUD
5-19
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
