Veel voorkomende snijfouten
•
De hulpboog voor de toorts wordt gestart, maar er vindt geen overdracht plaats. Mogelijke oorzaken:
1.
De aansluiting van de aardkabel aan de snijtafel maakt geen goed contact.
2.
Storing in het systeem. Zie hoofdstuk 5.
3.
De afstand toorts tot werkstuk is te groot.
•
Het werkstuk is niet volledig gepenetreerd en boven op het werkstuk is er te veel vonkvorming.
Mogelijke oorzaken:
1.
Stroom te laag ingesteld (controleer gegevens Snijtabel).
2.
Snijsnelheid te hoog (controleer gegevens Snijtabel).
3.
Slijtdelen van toorts versleten (zie
4.
Het metaal dat wordt gesneden is te dik.
•
Baardvorming treedt op aan de onderkant van de snede. Mogelijke oorzaken:
1.
Snijsnelheid niet correct (controleer gegevens Snijtabel).
2.
Stroom voor de boog te laag ingesteld (controleer gegevens Snijtabel).
3.
Slijtdelen van toorts versleten (zie
•
Snijhoek niet recht. Mogelijke oorzaken:
1.
Machinebeweging in verkeerde richting.
De goede kant is de rechterkant ten opzichte van de voorwaartse beweging van de toorts.
2.
Afstand toorts tot werkstuk niet correct (controleer gegevens Snijtabel).
3.
Snijsnelheid niet correct (controleer gegevens Snijtabel).
4.
Stroom voor de boog niet correct (controleer gegevens Snijtabel).
5.
Slijtdelen beschadigd (zie
•
Beperkte levensduur van slijtdelen. Mogelijke oorzaken:
1.
Boogstroom, Boogspanning, Snijsnelheid, bewegingsvertraging, gasstroom of de aanvankelijke toortshoogte
zijn niet ingesteld conform de Snijtabellen.
2.
Het snijden van erg magnetisch plaatmetaal (pantserplaat bijvoorbeeld) met een hoog nikkelgehalte beperkt
de levensduur van de slijtdelen. Een lange levensduur is moeilijk te realiseren wanneer platen worden
gesneden die gemagnetiseerd zijn of die gemakkelijk gemagnetiseerd worden.
3. De snede wordt naast de plaat begonnen of beëindigd. Voor slijtdelen die lang meegaan moet altijd
met snijden worden begonnen of gestopt op de plaat.
HPR130XD Manual Gas – 806325
Installeren en inspecteren van slijtdelen
Installeren en inspecteren van slijtdelen
Installeren en inspecteren van
).
).
slijtdelen).
BEDIENING
4-15