Afdrukken
Afdrukopties selecteren
Afdrukopties worden in Windows ingesteld in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en in Macintosh
in Xerox-toepassingen. Afdrukopties bestaan onder meer uit instellingen voor 2-zijdig afdrukken,
pagina-opmaak en afdrukkwaliteit.
•
Standaard afdrukopties voor Windows instellen
•
Afdrukopties selecteren voor een specifieke taak in Windows
•
Een set veelgebruikte afdrukopties in Windows opslaan
•
Afwerkopties voor Windows selecteren
•
Opties selecteren voor een specifieke taak voor Macintosh
•
Een set veelgebruikte afdrukopties in Macintosh opslaan
•
Afwerkopties voor Macintosh selecteren
Op alle tabbladen van de Windows-printerdriver is help beschikbaar. Voor meer informatie over de
opties in de Windows-printerdriver klikt u op Help linksonder op het tabblad in het venster
Eigenschappen of Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Help is beschikbaar in alle Macintosh-menu's. Klik voor meer informatie over de opties in de
Macintosh-printerdriver op Help linksonder in elk willekeurig dialoogvenster voor afdrukken.
Standaard afdrukopties voor Windows instellen
Wanneer u vanuit een willekeurige software-applicatie afdrukt, maakt de printer gebruik van de
instellingen die in het venster Voorkeursinstellingen voor de afdrukopdracht zijn opgegeven. U kunt de
meest gebruikte afdrukopties opgeven en opslaan, zodat u deze niet steeds hoeft te wijzigen als
u afdrukt.
Voorkeursinstellingen voor afdrukken wijzigen:
Klik in Windows op de toets Start, selecteer Instellingen en klik vervolgens op Printers
1.
en faxapparaten.
2.
Klik in het venster Printers en faxapparaten met de rechtermuisknop op het pictogram van uw
printer en klik vervolgens op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3.
Klik op de tabbladen in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op de gewenste
instellingen en klik vervolgens op OK.
Opmerking:
Voor meer informatie over de afdrukopties in Windows klikt u op Help linksonder op
het tabblad in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Afdrukopties selecteren voor een specifieke taak in Windows
Als u specifieke afdrukopties wilt gebruiken voor één opdracht, wijzigt u de afdrukeigenschappen
voordat u de opdracht naar de printer verzendt. Deze instellingen vervangen de standaardafdrukopties,
maar alleen voor deze specifieke opdracht.
1.
Open het document in uw applicatie, klik op Bestand en klik vervolgens op Afdrukken.
2.
Selecteer de printer. Klik op Eigenschappen om het venster Eigenschappen te openen. Klik op de
tabbladen in het venster Eigenschappen en klik vervolgens op de gewenste instellingen.
70
WorkCentre 5300 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
op pagina 70
op pagina 71
op pagina 71
op pagina 71
op pagina 71
op pagina 72
op pagina 70